1. Hoogtelat
2. Hoogtestelbout
2.
Draai de moer vast.
De maaihoogte instellen
1.
Draai de borgmoeren los waarmee de
maaihoogtearmen zijn bevestigd aan de
zijplaten van het maaidek
1. Maaihoogte-arm
2. Borgmoer
2.
Haak de boutkop van de hoogtelat aan de
rechterkant van de snijrand van het ondermes
en laat het achteruiteinde van de lat rusten op
de achterkant van de rol
Figuur 13
3. Moer
(Figuur
14).
Figuur 14
3. Stelbout
(Figuur
15).
g000489
1. Hoogtelat
3.
Draai aan de stelbout totdat de rol contact maakt
met de voorzijde van de hoogtelat.
4.
Herhaal stap
5.
Stel beide uiteinden van de rol af totdat de hele
rol evenwijdig aan het ondermes is.
Belangrijk:
de achter- en voorrol contact maken met
de hoogtelat en zal de bout goed tegen
het ondermes aan zitten. Hierdoor hebben
beide uiteinden van het ondermes dezelfde
maaihoogte.
6.
Draai de moeren aan om de instelling te borgen
en de ring geen speling meer heeft.
7.
Controleer dat de ingestelde maaihoogte correct
is; herhaal deze procedure indien nodig.
De stopbalk afstellen
Stel de stopbalk af om ervoor te zorgen dat het
g278482
maaisel op behoorlijke wijze wordt afgevoerd uit de
omgeving van de messenkooi. Ga als volgt te werk:
Opmerking:
om veranderingen in de gazonomstandigheden te
compenseren. De afstand tussen de balk en de
messenkooi moet worden verminderd als het gazon
uitzonderlijk droog is. Als het gazon vochtig is, moet
de afstand tussen de balk en de messenkooi echter
vergroot worden. De balk moet evenwijdig aan de
messenkooi zijn om de beste prestaties te verkrijgen.
Stel deze af wanneer u de messenkooi slijpt.
1.
Draai de bouten los waarmee de bovenste balk
(Figuur
16) aan de maai-eenheid is bevestigd.
11
Figuur 15
2
en
3
voor de linkerkant.
Bij een correcte afstelling zullen
De balk kan worden aangepast
g004003