12
Afhankelijk van het sirene type:
sirene / flitsers zonder eigen voeding (bijv. SP-500, SP-4001, SP-4003, SPL-2010,
SPW-100, SPW-210, SPW-220) dienen de hoogvermogen uitgangen te worden gebruikt
om de signalering te activeren,
sirene / flitsers met eigen voeding (bijv. SP-4002, SP-4004, SP-4006, SP-6500,
SPLZ-1011, SD-3001, SD-6000) wordt aanbevolen om de laagvermogen uitgangen te
gebruiken voor de signalering en de hoogvermogen uitgangen voor de voeding.
7. Aansluiten van de microfoon
De MIC-1 microfoon van SATEL kan aangesloten worden op de mini-jack aansluiting van het
alarmsysteem. Bij gebruik van een ander type microfoon dient u er voor te zorgen dat dit een
electretmicrofoon is, bijv. een computer microfoon.
Bij het selecteren van de installatie locatie moet u er rekening mee houden dat gordijnen,
drapering, stoffering, akoestische tegels, etc. geluid absorberen, waardoor het moeilijk dan
wel onmogelijk kan zijn om de luister functie te gebruiken. Tevens wordt niet aanbevolen de
microfoon te installeren op plaatsen waar apparaten veel geluid kunnen produceren (bijv.
ventilatoren, airconditioners, koelkasten, etc.).
8. Aansluiten van de voeding en het opstarten van het
alarmsysteem
Zorg dat alle aansluitingen gedaan zijn voordat de voeding aangesloten wordt.
8.1
Hoofdvoedingsbron
Het alarmsysteem vereist een voeding van 18 VAC (±10%). Het wordt aanbevolen een
transformator te gebruiken met een minimaal uitgangsvermogen van 40 VAC.
De transformator dient permanent aangesloten te zijn op een 230 VAC aansluiting. Voordat
u de bekabeling aansluit, dient u zich de elektrische installatie van het object eigen te maken.
Zorg ervoor dat u altijd een continu gevoed circuit kiest. Het circuit moet worden voorzien van
een 2-polige lastscheider met minstens 3 mm contact scheiding en/of kortsluitbeveiliging met
een zekering van 16 A tijdsvertraging. Omdat de eindgebruiker niet eenvoudig bij de
transformator kan komen, is het belangrijk dat u hen verteld hoe deze afgeschakeld kan
worden van de stroomvoorziening (bijv. door aan te geven waar de zekering in de meterkast
zich bevindt waarop het alarmsysteem aangesloten zit).
Sluit nooit twee apparaten met een voeding aan op één transformator.
Koppel altijd de 230 VAC voeding af voordat u de transformator aansluit.
8.2
Back-up voeding
Gebruik als back-up accu een afgesloten 12 V loodzuuraccu of andere 12 V accu met
vergelijkbare laadkarakteristieken. De juiste accu capaciteit dient geselecteerd te worden om
overeen te komen met het huidige verbruik in het systeem. Als het systeem dient te voldoen
aan de eisen van de norm en 50131 voor klasse 2, dient de accu ervoor zorgen dat het
systeem gedurende 12 uur zonder netvoeding werkt.
Indien de accu onder de 11 V valt, voor een periode van meer dan 12 minuten (3 accu
testen), dan zal het alarmsysteem een lage accu signaleren. Indien het voltage onder de
10.5V valt, dan zal de accu worden ontkoppeld.
PERFECTA 64 M
SATEL