4
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
4.1 Brand- en explosiegevaar
▪
Vloeistoffen en oplosmiddelen kunnen zeer ontvlambaar of brandbaar zijn.
-Gebruik het pistool in een goed verluchte spuitcabine.
-Vermijd alle mogelijke ontstekingsbronnen zoals rokende personen, open vuren,
gevaren veroorzaakt door elektriciteit, enz.
▪
Gebruik nooit OPLOSMIDDELEN DIE HALOGEENKOOLWATERSTOFFEN
BEVATTEN (1.1.1TRICHLORINE, ETHYLCHLORIDE, enz.) en die chemisch kunnen
reageren met aluminium of zinken onderdelen: ze zouden een explosie kunnen
veroorzaken. Zorg ervoor dat alle gebruikte vloeistoffen en oplosmiddelen chemisch
compatibel zijn met de aluminium en zinken onderdelen.
▪
Om het gevaar voor vonken door statische ontlading te verkleinen, moeten de
aardingen van de spuituitrusting en het te spuiten voorwerp met elkaar verbonden
zijn.
4.2 Gevaar door misbruik
▪
Richt het pistool NOOIT in de richting van een menselijk lichaam.
▪
Overschrijd NOOIT de maximale veiligheidswerkdruk van het gereedschap.
▪
Laat ALTIJD de lucht- en vloeistofdruk ontsnappen vóór u het apparaat reinigt, uit
elkaar haalt of er onderhoud aan uitvoert.
▪
Als noodstop en om ongewenst gebruik te voorkomen, wordt het aanbevolen om een
balafsluiter in de buurt van het pistool te monteren om de luchttoevoer te kunnen
afsluiten.
4.3 Gevaren die ontstaan wanneer coatingmaterialen verneveld en gespoten
worden
▪
Giftige dampen die ontstaan bij het spuiten van bepaalde materialen kunnen
vergiftiging en ernstige gezondheidsschade veroorzaken.
-Gebruik het pistool op goed verluchte plaatsen.
-Draag altijd oogbescherming, handschoenen, ademhalingsmasker, enz. om te
voorkomen dat giftige dampen, oplosmiddelen en verf in contact komen met uw
ogen of huid.
▪
Het geluidsniveau dat bij de specificaties wordt vermeld, werd gemeten op 1,0 m
achter de neus van het pistool, op een hoogte van 1,6 m van de grond.
Copyright © 2018 VARO
POWAIR0110
P a g i n a
| 3
NL
www.varo.com