HA20 LE - HA20 LE PRO - HA61 LE - HA61 LE PRO
A
- Voorwoord
2.1.3 - Risico op kantelen
Alvorens zich te positioneren en de machine in werking te stellen :
• Controleer dat het werkoppervlak de mogelijkheid heeft het gewicht van de machine te
dragen. Controleer het laadvermogen van de dragende grond.
• Blijf op kades, stoepen, enz... alert op het omkeren van de rijrichting. Controleer de rijrichting
met behulp van de rode of groene pijlen op het chassis en op de bedieningspost boven.
• Overschrijdt de maximale nominale capaciteit van de machine
niet. Deze is inclusief het gewicht van het materiaal en het aantal
toegelaten personen. Overschrijdt niet het aantal toegelaten
personen.
• Verhoog de werkhoogte nooit door het gebruik van toebehoren
(ladder).
• Plaats geen ladder of stelling in de gondel of tegen eender welk
deel van deze machine.
• Verdeel de belading gelijkmatig in het midden van het werkplatform (de gondel).
• Gebruik de machine niet wanneer de windsnelheid hoger is dan
de toegestane grenswaarde. Raadpleeg de informatie die is
opgehangen in het werkplatform (de gondel) voor informatie over
de toegestane windsnelheid.
• Vergroot nooit het oppervlak van de gondel (of het platform) dat
aan wind blootgesteld is. Dit is inclusief panelen, doeken ....
Wanneer u zich niet aan dit voorschrift houdt, kan er
stabiliteitsverlies optreden waardoor de machine omvalt.
• Verhoog het platform niet en verplaats de machine niet met
verhoogd platform op een helling waarvan de hellingshoek hoger
is dan de toegestane limiet van de machine.
• Draai de toren niet als u op een helling staat van meer dan :
• 25 % met een gondellading van minder dan 250 kg(551 lb).
• 20 % met een gondellading van minder dan 350 kg(771 lb).
• Verrijd de machine niet over hellingen of verkantingen die steiler
zijn dan de toegelaten limieten.
• Vervang de belangrijkste onderdelen voor de stabiliteit van de machnie nooit door een
onderdeel dat niet hetzelfde gewicht of dezelfde eigenschappen heeft.
• Gebruik de machine nooit met aan de reling of de mast
opgehangen materiaal of voorwerpen.
• Duw of trek nooit een object buiten de mand. Respecteer de maximaal toegelaten laterale
inspanning die in de prestatie-eigenschappen vermeld staat.
• Gebruik de machine niet om een externe structuur te ondersteunen.
• Gebruik de machine niet om te trekken of slepen.
4001018790
E 01 .22
NL
13
A
B
C
D
E
F
G
H
I