FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
Buitenste bak‐
boordmotor
Uit
Uit (contact‐
schakelaar in‐
geschakeld)
Draaiend
Uit (contact‐
schakelaar
uitgescha‐
keld)
Draaiend
Draaiend
Uit (contact‐
schakelaar in‐
geschakeld)
Als de buitenste stuurboordmotor tijdens het varen wordt uitgezet, wordt de binnenste stuurboordmotor naar
neutraal/stationair geforceerd. U kunt de werking van de binnenste motor herstellen door de
contactschakelaar van de buitenste stuurboordmotor eerst op 'aan' te zetten en daarna de bedieningshendel
voor stuurboord terug naar neutraal en vervolgens weer in versnelling te zetten. Het toerental en de
versnelling van de binnenste motor worden dan geregeld door de bedieningshendel aan stuurboord.
Als de buitenste bakboordmotor tijdens het varen wordt uitgezet, wordt de binnenste bakboordmotor naar
neutraal/stationair geforceerd. U kunt de werking van de binnenste motor herstellen door de
contactschakelaar van de buitenste bakboordmotor eerst op 'aan' te zetten en daarna de bedieningshendel
voor bakboord terug naar neutraal en vervolgens weer in versnelling te zetten. Het toerental en de versnelling
van de binnenste motor worden dan geregeld door de bedieningshendel aan bakboord.
Het afzetten van een van de middelste motoren tijdens het varen zal geen invloed hebben op de werking van
de buitenste motoren.
Als zich een storing voordoet tijdens het varen waardoor een van de buitenste stuurboordmotoren
gedwongen in neutraal of stationair gezet is, wordt ook de binnenste stuurboordmotor gedwongen in neutraal/
stationair gezet. De binnenste motor gaat weer normaal functioneren als de bedieningshendel aan stuurboord
eerst in neutraal wordt gezet en daarna terug in versnelling.
Als zich een storing voordoet tijdens het varen waardoor een van de buitenste bakboordmotoren gedwongen
in neutraal of stationair gezet is, wordt ook de binnenste bakboordmotor gedwongen in neutraal/stationair
gezet. De binnenste motor gaat weer normaal functioneren als de bedieningshendel aan bakboord eerst in
neutraal wordt gezet en daarna terug in versnelling.
nld
Binnenste
Binnenste
bak‐
stuur‐
boordmo‐
boordmo‐
tor
tor
Uit
Draaiend
Draaiend
Draaiend
Draaiend
Draaiend
Draaiend
Draaiend
Draaiend
Draaiend
Uit
Uit
Draaiend
Draaiend
Buitenste
stuurboord‐
motor
Gasklep en schakelen binnenste/buitenste
Draaiend
stuurboordmotor = geregeld door bedienings‐
hendel stuurboord
Gasklep en schakelen binnenste bakboordmo‐
Draaiend
tor = geregeld door bedieningshendel bakboord
Uit (contact‐
Gasklep en schakelen binnenste stuurboord‐
schakelaar in‐
motor = geregeld door bedieningshendel stuur‐
geschakeld)
boord
Gasklep en schakelen binnenste bakboordmo‐
Draaiend
tor = geregeld door bedieningshendel stuur‐
boord
Uit (contact‐
Gasklep en schakelen binnenste stuurboord‐
schakelaar
motor = geregeld door bedieningshendel bak‐
uitgescha‐
boord
keld)
Gasklep en schakelen buitenste bakboordmo‐
tor = geregeld door bedieningshendel bakboord
Draaiend
Gasklep en schakelen buitenste stuurboordmo‐
tor = geregeld door bedieningshendel stuur‐
boord
Gasklep en schakelen binnenste bakboordmo‐
tor = geregeld door bedieningshendel bakboord
Uit (contact‐
schakelaar in‐
Gasklep en schakelen binnenste stuurboord‐
geschakeld)
motor = geregeld door bedieningshendel stuur‐
boord
47
Functie bedieningshendel