FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN
Met de functie besturingsoverdracht kan de bootbestuurder bepalen welk dashboard de motor aanstuurt. Als
de bootbestuurder de knop TRANSFER tweemaal indrukt, kan de motorbediening worden overgedragen naar
een nieuw dashboard. Als er een besturingsoverdracht gestart wordt, begint de afstandsbediening
automatisch met aanpassing van het motortoerental en de versnellingsstand zodat deze overeenstemmen
met de stand van de bedieningshendel op het nieuwe dashboard. Stel de bedieningshendels af op de
gewenste gas- en versnellingspositie.
Nadat er op de knop TRANSFER is gedrukt, gaat de overdracht-LED branden en klinkt er een enkele
pieptoon. Door nogmaals op de knop TRANSFER te drukken voltooit u de besturingsoverdracht. Nadat de
besturingsoverdracht voltooid is, klinkt er nogmaals een pieptoon en gaat de LED uit.
NB: U krijgt 10 seconden de tijd om een besturingsoverdracht uit te voeren. Als de besturingsoverdracht dan
niet voltooid is, wordt de handeling geannuleerd en klinkt er een dubbele pieptoon. Bij nogmaals drukken op
de knop TRANSFER start de besturingsoverdracht opnieuw.
Dashboards vooraf aan besturingsoverdracht synchroniseren
Na het indrukken van de knop TRANSFER heeft de bestuurder 10 seconden om de
afstandbedieningsinstellingen op het nieuwe dashboard aan te passen aan de hendelinstellingen op het oude
dashboard (dat op non-actief gesteld wordt). Als de hendelstanden niet met elkaar overeenstemmen,
knipperen de neutraallampjes. Het lampje gaat sneller knipperen naarmate de instellingen van de hendels
elkaar dichter benaderen. Als het lampje continu brandt, komt de stand van de hendels overeen en kunt u
nogmaals op de knop drukken om de overdracht te voltooien. Dit voltooit het overdrachtsproces en draagt de
besturing over aan het nieuwe station. Als de besturingsoverdracht niet binnen 10 seconden voltooid is, wordt
de handeling geannuleerd.
Functies en bediening bij schaduwmodus
GEBRUIK GASKLEP EN SCHAKELING VOOR DRIE MOTOREN
Door de hendels op de afstandsbediening te bewegen, kan de bootbestuurder het motortoerental en de
schakelstanden regelen voor alle drie motoren.
De gasklep- en schakelfunctie is afhankelijk van welke motoren in gebruik zijn. Zie de onderstaande tabel.
Motor bakboord
Draaiend
nld
NEUTRAL
TROLL
-
SYNC
THROTTLE
ONLY
Middelste
Motor stuurboord
motor
Draaiend
Draaiend
+
TRANSFER
22593
Gasklep en schakelen motor bakboord -
geregeld door bedieningshendel bakboord
Gasklep en schakelen motor stuurboord -
geregeld door bedieningshendel
stuurboord
Gasklep middelste motor = gemiddelde
van motoren aan bakboord en stuurboord
Schakelen middelste motor = neutraal
tenzij beide motoren in dezelfde versnelling
staan
45
Functie bedieningshendel