Het dodemanskoord is gewoonlijk 122–152 cm (4-5 feet) lang wanneer het uitgetrokken wordt, met een
element aan het ene uiteinde dat in de schakelaar wordt gestoken en een drukker aan het andere uiteinde dat
aan de bestuurder wordt bevestigd. Het dodemanskoord is spiraalvormig opgewonden, zodat het zo kort
mogelijk is wanneer er niet aan wordt getrokken en de kans dat het in voorwerpen verstrikt raakt zo klein
mogelijk blijft. De lengte in uitgetrokken toestand is zodanig dat de kans op per ongeluk activeren minimaal is,
mocht de bestuurder zich nabij zijn stoel bewegen. Als een korter dodemanskoord wenselijk is, wikkelt u het
koord rond de pols of het been van de bestuurder of legt u een knoop in het koord.
a
a -
dodemanskoord
b -
dodemansschakelaar
Lees de onderstaande veiligheidsinformatie voordat u verdergaat.
Belangrijke veiligheidsinformatie: De dodemansschakelaar dient de motor af te zetten als de bestuurder zich
zo ver van de bestuurdersplaats verwijdert dat de schakelaar geactiveerd wordt. Dit is het geval als de
bestuurder per ongeluk overboord valt of zich binnen de boot te ver van de bestuurdersplaats verwijdert.
Overboord vallen of uit de stoel geslingerd worden komt eerder voor bij bepaalde boottypen zoals
opblaasboten met lage zijkanten, sportvisboten, speedboten en lichte vissersboten met een gevoelige
helmstokbesturing. Overboord vallen of uit de stoel worden gestoten komt ook eerder voor bij onjuist gebruik,
bijvoorbeeld op de rugleuning van de stoel zitten of op het gangboord bij planeesnelheden, staan bij
planeesnelheden, op het verhoogde dek van een vissersboot zitten, met planeesnelheid varen in ondiep
water of water met veel obstakels, een naar een kant trekkend stuurwiel of dito stuurknuppel loslaten, het
gebruik van alcohol of verdovende middelen en gewaagde bootmanoeuvres bij hoge snelheid.
Hoewel de motor bij activering van de dodemansschakelaar onmiddellijk wordt afgezet, blijft de boot
doorvaren afhankelijk van de snelheid en de scherpte van de bocht op het moment dat de motor werd
afgezet. De boot zal echter geen volledige cirkel maken. Terwijl de boot doorvaart, is de kans op ernstig letsel
voor personen in het vaartraject van de boot hetzelfde als wanneer de motor draait.
Wij raden ten sterkste aan om medeopvarenden de start- en bedieningsprocedures te leren ingeval ze de
motor in een noodgeval moeten bedienen (bv. als de bestuurder per ongeluk uit de boot wordt geworpen).
Als de bestuurder overboord valt, zet de motor dan onmiddellijk af om de kans te verkleinen dat de boot de
bestuurder raakt, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg. Zorg er altijd voor dat de bestuurder
goed via een koord met de dodemansschakelaar is verbonden.
Vermijd ernstig en dodelijk letsel door sterke remkrachten als gevolg van het per ongeluk of onbedoeld
activeren van de dodemansschakelaar. De bestuurder van de boot mag nooit de bestuurdersplaats
verlaten zonder eerst het dodemansschakelaarkoord van zijn lichaam los te halen.
Per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar kan ook tijdens normaal bedrijf gebeuren.
Dit kan één of meer van de volgende mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaken:
•
Opvarenden kunnen naar voren worden geslingerd bij onverwacht stoppen; dit is vooral een probleem
voor passagiers voorin de boot; deze kunnen over de boeg slaan en door het onderwaterhuis of de
schroef geraakt worden.
ALGEMENE INFORMATIE
b
WAARSCHUWING
!
WAARSCHUWING
!
21629
10
nld