(g) Als deze machine is uitgerust met de tapbevestiging, is er een hulp pruimschroef die op
de motorbevestiging wordt bevestigd om te voorkomen dat de motorpoelies schudden
tijdens het draaien.
(3) De temperatuur van het spindellager is te hoog:
(a) Vet is onvoldoende - Vul vet bij.
(b) De spindelslag zit te vast - draai zonder snelheid en voel de vastheid met de hand.
(c) Lange tijd op hoge snelheid draaien - Licht draaien.
(4) Gebrek aan vermogen bij draaiende hoofdspil:
(a) Motor is doorgebrand - Vervang de motor.
(b) Zekering is doorgebrand - Vervang door een nieuwe.
(5) Tafelreizen zijn niet in evenwicht:
(a) De spleet van de conus van de spindel is te groot - Pas de bout goed aan.
(b) Bladbout losdraaien - draaien en vastdraaien.
(c) Voer te diep -Verlaag de voerdiepte.
(6) Het schudden van de spindel en de ruwheid van het werkoppervlak hebben plaatsgevonden tijdens de
uitvoering:
(a) De spleet van het spindellager is te groot - Pas de spleet goed aan of vervang het lager
door een nieuwe.
(b) As op en neer losdraaien - Maak twee binnenste lagerkappen aan de bovenkant strak tegen
elkaar. Draai twee binnenste lagerkappen niet te vast met het conische lager; het is goed
zolang er geen spleet tussen zit.
(c) De opening van de conische schuifplaats is te groot - Pas de spanning van de bout aan.
(d) Spankop losdraaien - Spankop vastdraaien.
(e) Snijder is bot - Slijp hem opnieuw.
(f) Werkstuk zit niet stevig vast - Zorg ervoor dat het werkstuk goed vastzit.
(7) Micro feed werkt niet soepel:
(a) Koppeling losdraaien - Zorg ervoor dat deze goed vastzit.
(b) Worm en wormas zijn ongerust - vervangen door nieuwe.
(c) Draai de vaste schroef van het handwiel los - Zorg ervoor dat u deze vastdraait.
(8) Zonder nauwkeurigheid in prestaties:
(a) De balans van het werkstuk - moet worden beschouwd als de belangrijkste balans tijdens
het vasthouden van het werkstuk.
(b) Vaak gebruik van hamer om werkstuk te slaan - Verboden om hamer te gebruiken om werkstuk te
slaan.
(c) Onnauwkeurige horizontale tafel - Wang en onderhoud de tafel om nauwkeurig horizontaal te
blijven na een periode van gebruik.
(9) Overmatige trillingen:
(a) Motor uit balans. - Balanceer de motor of vervang de probleemmotor.
(b) Slechte motor. - Vervang de motor.
(10) De motor slaat af:
(a) Overmatig voeren - Verminder de voersnelheid.
-19-