Klik in het dialoogvenster Print op Algemeen, selecteer Taaktype in het menu en
selecteer vervolgens het type taak. Voer voor een beveiligde afdruktaak een wachtwoord
van 4 cijfers in dat u aan deze taak wilt toewijzen. Voer voor testafdrukken en opgeslagen
afdruktaken in het veld Taaknaam de naam in die u aan deze taak wilt geven.
■
Mac OS X (versie 10.1 en hoger)-stuurprogramma:
Selecteer in het dialoogvenster Print het menu Printerfuncties, selecteer het tabblad
Taaktype en selecteer vervolgens Beveiligde afdruk, Testafdruk of Opgeslagen afdruk.
Voor een beveiligde afdruktaak selecteert u de cijfers voor het wachtwoord in de
vervolgkeuzelijsten. Voor een testafdruktaak of een opgeslagen afdruktaak wordt een deel
van de documentnaam als taaknaam gebruikt.
Beveiligd afdrukken
Als u een beveiligde taak wilt afdrukken, voert u op het voorpaneel van de printer het
wachtwoord van 4 cijfers in.
1.
Walk-Up Printing
Selecteer
2.
Beveiligde afdruktaken
Selecteer
3.
Blader naar uw gebruikersnaam en druk op de knop OK.
4.
Blader naar het eerste cijfer van het numerieke wachtwoord en druk op de knop OK
om het desbetreffende cijfer te accepteren.
5.
Herhaal stap 4 voor het tweede, derde en vierde cijfer.
Opmerking
Als u in het veld Wachtwoord van het stuurprogramma minder dan vier cijfers hebt
ingevoerd, voert u nullen in op het voorpaneel om het wachtwoord aan te vullen
tot vier cijfers. Als u bijvoorbeeld 222 in het stuurprogramma hebt ingevoerd,
voert u
0222
in op het voorpaneel. Gebruik de knop Terug om naar een vorig
cijfer terug te keren.
6.
Als er meer dan één beveiligde afdruktaak met een wachtwoord is ingevoerd, selecteert
u de gewenste taak of selecteert u
7.
Selecteer
Afdrukken en verwijderen
Testafdrukken en opgeslagen afdrukken maken
Als u een opgeslagen afdruktaak of de resterende exemplaren van een testafdruk wilt
afdrukken, selecteert u de naam van de taak op het voorpaneel van de printer:
1.
Selecteer
Walk-Up Printing
2.
Selecteer
Testafdruktaken
3.
Blader naar de taaknaam en druk op de knop OK.
4.
Selecteer
Afdrukken en verwijderen
opslaan
(voor opgeslagen afdrukken) en druk op de knop OK.
5.
Schuif naar het gewenste aantal exemplaren en druk op de knop OK om de taak
af te drukken.
en druk op de knop OK.
en druk op de knop OK.
Allemaal
en drukt u op de knop OK.
en druk op de knop OK om af te drukken.
en druk op de knop OK.
of
Opgeslagen afdruktaken
(voor testafdrukken) of
Phaser® 6250-kleurenlaserprinter
2-51
Geavanceerde opties
en druk op de knop OK.
Afdrukken en