Beveiligde afdrukken, testafdrukken en opgeslagen afdrukken
maken
Opmerking
Deze functies zijn beschikbaar als uw printer over een interne vaste schijf beschikt.
Deze afdruktaken worden op de vaste schijf van de printer opgeslagen en blijven
daar opgeslagen, ook als de printer wordt uitgeschakeld.
Kies een van de volgende speciale typen afdruktaken:
■
Beveiligde afdruk: Hiermee drukt u vertrouwelijke documenten af. De taken die door een
wachtwoord van 4 cijfers zijn beveiligd, worden op de vaste schijf van de printer
opgeslagen. De taken worden pas afgedrukt nadat u op het voorpaneel van de printer het
wachtwoord van 4 cijfers hebt ingevoerd. Nadat de taken zijn afgedrukt, worden ze
automatisch verwijderd van de vaste schijf.
■
Testafdruk: Hiermee drukt u slechts één exemplaar af van een taak die meerdere keren
moet worden afgedrukt, zodat u het exemplaar kunt controleren. Als u ook de resterende
exemplaren wilt afdrukken, selecteert u de naam van de taak op het voorpaneel van de
printer. Nadat de taak is afgedrukt, wordt deze automatisch verwijderd van de vaste schijf.
Als u de resterende exemplaren niet wilt afdrukken, verwijdert u de taak via het
voorpaneel van de printer.
■
Opgeslagen afdruk: Hiermee slaat u de taak op de vaste schijf van de printer op, zodat u
de taak op elk gewenst moment kunt afdrukken. De afdruktaak wordt niet verwijderd
nadat deze is afgedrukt. Dit is met name handig voor aanvraagformulieren of andere
documenten die u vaak afdrukt, zoals belastingformulieren, formulieren voor het
personeel of aanvraagformulieren.
Beveiligde afdrukken, testafdrukken en opgeslagen afdrukken naar de printer sturen
Gebruik een ondersteund stuurprogramma om een afdruktaak aan te duiden als een beveiligde
afdruktaak, een testafdruktaak of een opgeslagen afdruktaak:
■
Windows 98 of Windows ME PostScript-stuurprogramma:
Kies het taaktype op het tabblad Uitvoeropties onder Walk-Up-functies. Voer voor een
beveiligde afdruktaak een wachtwoord van 4 cijfers in dat u aan deze taak wilt toewijzen.
Voer voor testafdrukken en opgeslagen afdruktaken de naam in die u aan deze taak
wilt geven.
■
Windows 2000, Windows XP, Windows Server 2003 of Windows NT PostScript-
stuurprogramma:
Kies het taaktype op het tabblad Uitvoeropties onder Walk-Up-functies. Voer voor een
beveiligde afdruktaak een wachtwoord van 4 cijfers in dat u aan deze taak wilt toewijzen.
Voer voor testafdrukken en opgeslagen afdruktaken de naam in die u aan deze taak
wilt geven.
■
Mac OS 9-stuurprogramma:
Phaser® 6250-kleurenlaserprinter
2-50
Geavanceerde opties