Druk niet af op het gebied waar de envelopnaden elkaar raken.
■
■
Als u commerciële klepenveloppen met rechte (in plaats van diagonale) naden gebruikt,
controleert u of de rechte naden helemaal tot in de hoek van de envelop zijn gesneden.
Let op
Gebruik nooit enveloppen met vensters of metalen klemmen. Deze kunnen de printer
beschadigen. Schade die wordt veroorzaakt door het gebruik van niet-Xerox enveloppen
vallen niet onder de garantie, serviceovereenkomst of volle-tevredenheidsgarantie
van Xerox.
Enveloppen afdrukken
Opmerking
Bij het afdrukken op enveloppen kunnen deze kreuken of in reliëf worden bedrukt.
1.
Plaats de enveloppen met de voorzijde omlaag en de klep naar rechts (met uw gezicht
naar de voorzijde van de lade gericht). Zie het onderwerp Eenvoudige afdruktaken in deze
sectie voor meer informatie. De maximumcapaciteit is 10 enveloppen.
Wanneer op het voorpaneel wordt aangegeven dat u de papiersoort en -grootte moet
bevestigen, doet u het volgende:
2.
Als u de papiersoort of -grootte niet hebt gewijzigd, drukt u op de knop OK om de huidige
instelling voor papiersoort en -grootte te accepteren.
3.
Als u de papiersoort hebt gewijzigd:
a.
Selecteer
Wijzigen
b.
Selecteer de juiste papiersoort.
c.
Druk op de knop OK om uw keuze op te slaan.
4.
Als u de papiergrootte hebt gewijzigd:
a.
Selecteer de juiste papiergrootte.
b.
Druk op de knop OK om uw keuze op te slaan.
5.
Selecteer in het printerstuurprogramma Enveloppen als de papiersoort of Lade 1 (MPT)
als de papierbron.
6.
Maak een testafdruk vanuit de toepassing om de afdrukstand van de envelop
te controleren.
op het voorpaneel van de printer en druk op de knop OK.
Phaser® 6250-kleurenlaserprinter
2-36
Enveloppen
6250-010