Richtlijnen voor papieropslag
Voor optimale afdrukkwaliteit is het belangrijk dat u voor een goede omgeving voor het papier
zorgt, het papier op de juiste manier gebruikt en het in veilige omstandigheden bewaart.
■
Bewaar papier in een donkere, koele en relatief droge ruimte. De meeste papiermaterialen
kunnen beschadigd raken door ultraviolet (UV) en zichtbaar licht. Vooral UV-straling, die
wordt gegenereerd door de zon en tl-lampen, is heel schadelijk voor papier. Beperk de
intensiteit en de duur van blootstelling aan zichtbaar licht zoveel mogelijk.
■
U wordt aangeraden de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid constant te houden.
■
Zorg dat er geen licht, hitte en vocht is.
■
Bewaar papier niet op zolder, in een keuken, in de garage of in de kelder. Binnenmuren
zijn droger dan buitenmuren, waar vochtophoping mogelijk is.
■
Leg uw papiervoorraad op een effen oppervlak, bijvoorbeeld op pallets, karton, planken
of in kasten.
■
Bewaar geen voedsel of drank in de opslag-/verwerkingsruimte van het papier.
■
Open verzegelde papierpakken pas wanneer u deze in de printer wilt laden. Laat het papier
in de oorspronkelijke verpakking en haal een pak pas uit de doos wanneer u het wilt
gebruiken. De verpakking van de meeste commerciële standaardformaten is aan de
binnenkant voorzien van een bescherming tegen vochtverlies of -toename.
Phaser-media worden verkocht in een aangepaste verpakking die transportproblemen
voorkomt en optimale afdrukresultaten garandeert. Wenskaarten, visitekaartjes, en cd/dvd-
labels en -mapjes zijn verpakt in een plastic zak die u elke keer opnieuw kunt sluiten. Laat de
media in de zak totdat u ze gaat gebruiken. Plaats ongebruikte media weer in de zak en sluit
deze goed.
Papier dat de printer kan beschadigen
Uw printer is ontworpen voor gebruik met verschillende papiersoorten. Ga naar
Afdrukken/Ondersteunde papiersoorten
informatie over ondersteunde papiersoorten.
Niet-ondersteunde mediasoorten kunnen de afdrukkwaliteit verminderen, het papier laten
vastlopen en/of de printer beschadigen.
Dit zijn voorbeelden van papier dat niet mag worden gebruikt:
■
ruwe of poreuze media.
■
gefotokopieerd papier.
formulieren die uit meerdere delen bestaan.
■
■
papier met uitgeknipte delen of perforaties.
■
papier met nietjes.
■
papier met deklaag, reliëfpapier of papier met briefhoofd met een hittebestendigheid van
minder dan 210°C (322°F).
■
media die smelten, verschuiven of verkleuren wanneer ze 0,2 seconden worden
blootgesteld aan een temperatuur van meer dan 210°C (322°F).
op de Cd-rom met gebruikersdocumentatie voor meer
Phaser® 6250-kleurenlaserprinter
2-7
Ondersteund papier
Documentatie/