1.
Klik op Next (Volgende) om door te gaan met het installeren van de poort. De wizard
controleert de poortnaam en het printeradres, en configureert vervolgens de resterende
poortinstellingen voor u. Als er fouten worden aangetroffen in de printeridentificatie,
wordt een dialoogvenster weergegeven waarin om aanvullende informatie wordt gevraagd.
2.
Voer de volgende bewerkingen uit in het dialoogvenster Add Xerox TCP/IP Port
(Xerox TCP/IP-poort toevoegen):
■
Geef in het deelvenster Enter a Port Name (Poortnaam invoeren) een unieke naam
op voor de poort die u toevoegt.
■
Geef in het deelvenster Enter a Printer Name or IP Address (Naam of IP-adres
van printer invoeren) de hostnaam of het IP-adres van de printer op.
3.
Klik op Next (Volgende).
Opmerking
Als u Xerox-printers in uw lokale netwerk wilt opsporen, selecteert u Auto Printer
Discovery (Printer automatisch detecteren) en klikt u op Refresh (Vernieuwen). De Xerox
TCP/IP-poortmonitor doorzoekt het netwerk op Xerox-printers en geeft de gevonden
printers in een lijst weer. Selecteer de gewenste printer in de lijst en klik op OK.
De configuratie van de TCP/IP-printerpoort voltooien
Nadat de poortinstellingen zijn geconfigureerd en gecontroleerd, verschijnt het dialoogvenster
Completing (Bezig met voltooien), met een overzicht van alle huidige instellingen. U kunt
printerpoortinstellingen wijzigen of selecteren.
1.
Selecteer een van de volgende opties:
■
Klik op Finish (Voltooien) om het instellen van de printerpoort te voltooien.
■
Klik op Back (Terug) om de instellingen te wijzigen. Nadat u de gewenste
wijzigingen hebt aangebracht, klikt u op Finish om het instellen van de printerpoort te
voltooien.
2.
Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen voor printer te sluiten.
Microsoft IPP-poort
Neem de volgende stappen om de URL van de printer te verkrijgen en een IPP-printer
(Internet Printing Protocol) te maken.
Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003
Phaser® 6250-kleurenlaserprinter
3-19