16
Beveiliging
¢
¢
C
T
¢
PIN-codes
¢
Functie selecteren.
PIN2 wijzigen
(Wordt alleen weergegeven als PIN2
beschikbaar is). Volg dezelfde proce-
dure als bij
PIN
Tel.code wijz.
(Toestelcode wijzigen)
De toestelcode (een getal van 4 tot 8
cijfers) legt u zelf vast zodra u voor
de eerste keer een door de toestelco-
de beveiligde functie opent (bijv.
recte
oproep, pagina 49). Deze code
geldt dan voortaan voor alle bevei-
ligde functies.
Als er drie keer achter elkaar een ver-
keerde toestelcode wordt ingevoerd,
wordt de toegang tot de toestelcode
en de functies die hiervan gebruik-
maken geweigerd. Neem in dit geval
contact op met de klantenservice
van Siemens (pagina 63). Aan het
opheffen van een toestelcodeblok-
kering zijn kosten verbonden.
Beveiliging
wijzigen.
Blokkering van de
SIM-kaart opheffen
Als u driemaal een onjuiste PIN-code
invoert, wordt de SIM-kaart geblok-
keerd. Voer dan volgens de instruc-
ties de PUK-code (MASTER PIN) in die
bij uw SIM-kaart hoort en door uw
provider is verstrekt. Als u de PUK-
code (MASTER PIN) kwijt bent, kunt u
contact opnemen met uw provider.
Inschakelbeveiliging
Ook als de PIN-beveiliging is uitge-
Di-
schakeld (pagina 15), wordt bij het
inschakelen van het toestel een be-
vestiging gevraagd.
Dit voorkomt dat u het toestel per
ongeluk inschakelt, bijvoorbeeld
wanneer u de telefoon in uw jaszak
draagt of als u zich in een vliegtuig
bevindt.
B
§OK§
§Annuleer§
Ingedrukt houden.
Indrukken. De telefoon
wordt ingeschakeld.
Indrukken of niets doen.
De inschakelprocedure
wordt afgebroken.