Hoofdstuk 3
Bij storingssignalering knipperen letter "F" en storingsnummer
tegelijk.
(zie ook paragraaf 6.2)
Toetsen
De 6 toetsen hebben de volgende functies:
MODE = keuze toets programma,
STEP = verhogen van het stapnummer/programmeren,
STORE = opslaan van de instelling,
+
= verhogen van de instelling,
-
= verlagen van de instelling,
RESET = ontgrendeltoets.
Met de 'MODE'-toets kan uit een 3-tal programma's worden gekozen:
• bedrijfssituatie,
(zie ook paragraaf 6.2)
3.3 Modulerende ruimtethermostaat
Voor het goed functioneren van het SWB-toestel moet deze wor-
den aangesloten op een modulerende ruimtethermostaat. Deze
modulerende ruimtethermostaat wisselt gegevens uit met de be-
sturingsunit van het toestel op basis van OpenTherm communica-
tie. De modulerende ruimtethermostaat zal aan de hand van het
verschil tussen de aanwezige temperatuur in een ruimte en de ge-
wenste ingestelde temperatuur een signaal afgeven aan de bestu-
ringsunit, die het toestel op het gewenste vermogen laat bran-
den.
3.4 Aan/uit ruimtethermostaat
Het is mogelijk het SWB-toestel aan te sturen met een aan/uit
ruimtethermostaat in plaats van een modulerende ruimtethermo-
staat (zie paragraaf 4.10.2).
Het SWB-toestel zal bij gebruik van de aan/uit thermostaat anders
reageren dan met de modulerende thermostaat. Indien het toe-
stel is aangesloten op een aan/uit ruimtethermostaat zal bij
warmtevraag een setwaarde met de maximum ingestelde uitblaas-
temperatuur worden gegenereerd. De besturingsunit zal de uit-
blaastemperatuur van het toestel op deze setwaarde brengen met
maximaal vermogen en modulerend op deze waarde houden.
6
Het display geeft standaard de bedrijfssituatie weer; heeft men een
ander programma gekozen dan zal na enige tijd het toestel auto-
matisch terugkeren naar het weergeven van de bedrijfsituatie.
In de bijlage 'inspectierapport' van dit installatievoorschrift kan
de installateur de door hem ingestelde waarden van het instel-
programma vastleggen.
De modulerende ruimtethermostaat zal de ruimtetemperatuur zo
snel mogelijk op de gewenste waarde brengen en houden. Dit is
mogelijk, omdat het vermogen van het toestel te moduleren is,
wat gunstig is voor het energieverbruik en een hoge mate van
comfort geeft.
Voor het aansluiten van deze modulerende ruimtethermostaat zie
paragraaf 4.10.2.
Voor verdere instellingen van de ruimtethermostaat zie de bij de
ruimtethermostaat meegeleverde gebruiksaanwijzing.
Het grootste verschil met een modulerende thermostaat is dat de
setwaarde met een aan/uit regeling niet varieert.
Het in- en uitschakelen zal afhangen van de regeling in de aan/uit
ruimtethermostaat. Het luchtvolume van de systeemventilator zal
traploos toenemen bij een stijgende uitblaastemperatuur en het
ingestelde maximum bereiken bij de setwaarde van de uitblaas-
temperatuur.
Gebruik als aan/uit thermostaat een ruimtethermostaat met een
'spanningsvrij' contact, bijvoorbeeld de Chronotherm IV.
SWB B-10 HRD
1e druk januari 2004
• uitleesprogramma (punt knippert),
(zie ook paragraaf 6.2)
• instelprogramma (punt brandt, stap- en uitleeswaarde
worden om en om weergegeven).
(Alleen toegankelijk voor de installateur na invoeren
toegangscode, uitgezonderd stap 1 t/m 4; zie basis-
instellingen bijlage inspectierapport)
Werking
5252-0