B E D I E N I N G V A N D E A L L T R E C 8 0 1 5 F
5.7
Rijden
Nadat de AllTrec 8015F is gestart, kan er met de machine gereden
worden. De operator moet tijdens het bedienen van de machine in zijn
stoel zitten. Als de operator van zijn stoel opstaat, wordt de neutrale modus
geactiveerd en wordt de machine uitgeschakeld, zie paragraaf 5.2.7.
1.
Kies een rijmodus met de rijmodusknop (Fig. 5-13, pos. 3).
2.
Kies de rijrichting met de rijrichtingknop (Fig. 5-13, pos. 1).
3.
De gekozen rijrichting wordt in de display getoond (Fig. 5-14).
RIJMODUS
Werkmodus
Transportmodus
Fig. 5-13 Joystick met knoppen
OPMERKING
102
SYMBOOL
KLEUR
Grijs
Groen
Wanneer een aanbouwdeel
gemonteerd is, is het advies wanneer
gereden wordt in transportmodes, de
+
ophanging hefinrichting te activeren.
Hierbij worden schokken en trillingen
tijdens rijden opgevangen.
MAXIMUM SNELHEID
12 km/u
25 km/u
AllTrec 8015F