7.
Positioneer de begrenzingsdraad of de
geleidingsdraad met staken.
8.
Sluit het laadstation aan op het stopcontact.
3.9 Na de installatie van het product
3.9.1 Visuele controle van het laadstation
uitvoeren
1.
Controleer of de led-indicator op het laadstation
groen brandt.
2.
Als de led-indicator niet groen is, controleert u de
Het indicatielampje op pagina 27
installatie. Zie
Laadstation monteren op pagina 17 .
en
3.9.2 De basisinstellingen uitvoeren
Voordat u het product voor de eerste keer gaat
gebruiken, moet u de basisinstellingen opgeven.
1.
Plaats het product in het laadstation.
2.
Druk 3 seconden lang op de knop ON/OFF.
Let op:
Als de accu bijna leeg is, moet het
product worden opgeladen voordat u het product
kunt inschakelen.
3.
Druk op de pijltoetsen en de knop OK. Selecteer
taal, land, datum, tijd en beginpunt. Stel de
Wizard op pagina 21 .
en de pincode in. Zie
20 - Installatie
Let op:
Het is niet mogelijk om 0000 als pincode
te gebruiken.
4.
Druk op de knop Start en sluit de klep om de
geleidingskalibratie te starten.
Let op:
Als de accu bijna leeg is,
moet het product de accu's opladen voordat
de geleidingskalibratie wordt gestart. Zie
Geleidingskalibratie op pagina 20 .
3.9.3 Geleidingskalibratie
Het kalibratieproces verloopt automatisch en stelt een
zo breed mogelijke doorrijbreedte in om spoorvorming
op het gazon te verminderen.
Let op:
Het product beweegt altijd binnen de
doorrijbreedte, maar de afstand tot de geleidingsdraad
wordt afgewisseld.
De geleidingskalibratie begint wanneer het product
zich bij het beginpunt bevindt. Het product beweegt
links loodrecht van de geleidingsdraad af op een
maximale afstand van 1.35 m/4.4 ft. of tot het de
begrenzingsdraad of een obstakel raakt. Links betekent
aan uw linkerkant als u recht vooruit naar het laadstation
kijkt. Deze afstand wordt ingesteld als de maximale
doorrijbreedte en de geleidingskalibratie is voltooid.
Het product beweegt langs de geleidingsdraad om
te testen of het de geleidingsdraad kan volgen.
Het product volgt de geleidingsdraad naar het punt
waar de geleidingsdraad op de begrenzingsdraad is
aangesloten. Het product begint te maaien wanneer het
zich aan de begrenzingsdraad bevindt. Raadpleeg
een nieuwe geleidingskalibratie uit te voeren op pagina
25 om een nieuwe geleidingskalibratie uit te voeren.
3.10 De productinstellingen uitvoeren
Stel met het bedieningspaneel alle instellingen voor
het product in. Het bedieningspaneel heeft een display
en een toetsenbord, en alle functies zijn toegankelijk
via de menu's. De functies hebben fabrieksinstellingen
die van toepassing zijn voor de meeste werkgebieden,
maar de instellingen kunnen worden aangepast aan de
omstandigheden van elk werkgebied.
3.10.1 Menustructuur
Het hoofdmenu bevat het volgende:
•
Gazonafscherming
Veiligheid
•
Installatie
•
wizard
Algemeen
•
Overzicht menustructuur op pagina 7 .
Zie
Om
1411 - 012 - 14.01.2022