•
Plaats de geleidingsdraad in een lijn op minimaal 1
m/3.3 ft afstand vóór het laadstation (A).
•
Plaats de geleidingsdraad minimaal 30 cm /1 inch
van de begrenzingsdraad (B).
Start punt op pagina 24 .
•
Startpunt (C). Zie
•
Minimale afstand 60 cm/2 ft. loodrecht op de
geleidingsdraad (D). Als de afstand kleiner is,
wordt het kalibratieproces onderbroken. Voor
de grootst mogelijke doorrijbreedte moet een
minimale afstand van 1.35 m / 4.5 ft worden
Geleidingskalibratie op pagina
aangehouden. Zie
20 .
•
Waar de geleidingsdraad op de begrenzingsdraad
is aangesloten (E).
•
Doorrijbreedte (F). Het product loopt altijd links van
de geleidingsdraad, gezien in de richting van het
laadstation. Zorg voor zo veel mogelijk vrije ruimte
links van de geleidingsdraad.
Let op:
Het product beweegt altijd binnen
de doorrijbreedte, maar de afstand tot de
geleidingsdraad wordt afgewisseld.
3.4.5 Voorbeelden van werkgebieden
•
Als het laadstation in een klein gebied (A) wordt
geplaatst, zorgt u ervoor dat de afstand tot de
begrenzingsdraad minimaal 2 m/6.6 ft vóór het
laadstation bedraagt.
•
Als het werkgebied een doorgang (B) zonder
geleidingsdraad heeft, is de minimale afstand
tussen de begrenzingsdraden 2 m / 6.5 ft. Als
er wel een geleidingsdraad is aangebracht in
de doorgang, is de minimale afstand tussen de
geleidingsdraden 60 cm / 24 inch.
•
Als het werkgebied gebieden heeft die door middel
van een smalle doorgang (B) met elkaar zijn
verbonden, kunt u het product zodanig instellen
dat dit eerst de geleidingsdraad volgt en deze
verlaat waar deze met de begrenzingsdraad (C)
is verbonden. De instellingen kunnen worden
gewijzigd in
Tuindekking op pagina 23 .
•
Indien het werkgebied een bijgebied (D) omvat,
Een bijgebied maken op pagina 16 .
raadpleegt u
Zet het product in het bijgebied en selecteer
modus Bijgebied .
1411 - 012 - 14.01.2022
3.5 Montage van het product
3.5.1 Installatiegereedschappen
•
Hamer/kunststof hamer: om het plaatsen van de
krammen te vereenvoudigen.
•
Kantensnijder/rechte spade: om de
begrenzingsdraad te begraven.
•
Combinatietang: voor het knippen van de
begrenzingsdraad en het samenknijpen van de
connectoren.
•
Instelbare tang: voor het samenknijpen van de
koppelingen.
3.5.2 Laadstation monteren
de
OPGELET:
nieuwe gaten in de plaat van het laadstation
te maken.
OPGELET:
bodemplaat van het laadstation.
WAARSCHUWING:
dat de pluggen van de laagspanningskabel
en de voedingseenheid schoon en droog
zijn voordat u ze aansluit.
D
A
B
C
Het is niet toegestaan om
Plaats uw voeten niet op de
Zorg ervoor
Installatie - 17