SATEL
optie zal één van de onderstaande gegevens tussen vierkante haakjes worden
weergegeven:
• De naam van de functie, welke gebruikt wordt voor het configureren van een parameter of
een optie via het bediendeel,
• De naam van de parameter of optie in het bediendeel.
4.1 Bediendeel parameters en opties
Fig. 3. PERFECTA S
Naam [28.Naam] – individuele naam van het bediendeel (tot 16 karakters).
Alarm in blok [22.Blokken] – het blok waarin een sabotage alarm gegenereerd wordt bij het
optreden van een bediendeel sabotage (het openen van de behuizing of bij geen
communicatie).
Opties
Om op het bediendeel onderstaande opties te configureren, gebruik de 212.O
211.A
functies.
LARMEN
Toon status blok 1 [Toon blok 1] – indien de optie ingeschakeld is zal het bediendeel een
status indicatie weergeven van blok 1. Het bediendeel zal alleen de status indicatie van
blok 2 weergeven indien een gebruiker met toegang tot blok 2 zijn of haar code invoert.
Toon status blok 2 [Toon blok 2] – indien de optie ingeschakeld is zal het bediendeel een
status indicatie weergeven van blok 2. Het bediendeel zal alleen de status indicatie van
blok 1 weergeven indien een gebruiker met toegang tot blok 1 zijn of haar code invoert.
Snel IN – Blok 1 [Snel IN blok 1] – indien de optie ingeschakeld is, dan is snel inschakelen
(zonder gebruiker autorisatie) van blok 1 mogelijk.
PRF-LCD-WRL
programma: bediendeel instellingen.
OFT
5
en
PTIES