Figuur 46
7.
Geef de afgewerkte olie af bij een
inzamelcentrum.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)—Controleer de bougie(s).
Om de 200 bedrijfsuren/Om de 2 jaar (houd
hierbij de kortste periode aan)—De bougie(s)
vervangen.
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode- en de massa-elektrode correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougie en een voelermaat
om de elektrodenafstand te meten en af te stellen.
Monteer een nieuwe bougie indien dit nodig is.
Type: Champion
®
RN9YC of NGK
Elektrodenafstand: 0,76 mm
g193530
®
BPR6ES
41
Bougie verwijderen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maak de omgeving van de onderkant van de
bougie schoon om te voorkomen dat er vuil en
rommel in de motor terechtkomt.
4.
Verwijder de bougie
Figuur 47
Bougie controleren
Belangrijk:
Maak de bougie(s) niet schoon.
Verwijder een bougie altijd als deze: een zwarte
laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er
een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren
vertoont.
Als de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor
naar behoren. Een zwarte laag op de isolator duidt
meestal op een vuil luchtfilter.
Stel de afstand in op 0,75 mm.
Figuur 48
(Figuur
47).
g027478
g206628