gesleepte gewicht mag niet hoger zijn dan het
totale gewicht van de machine, bestuurder en
ballast. Gebruik tegengewichten of wielgewichten
zoals aangegeven op het sleepwerktuig of in de
Gebruikershandleiding van het sleepvoertuig.
•
Laat kinderen of andere personen nooit
plaatsnemen in of op de gesleepte werktuigen.
•
Op een helling kan het gewicht van een gesleept
werktuig ertoe leiden dat de wielen hun grip
verliezen, een hoger risico op omslaan, en
verlies van de controle over de machine door
de bestuurder Verminder het sleepgewicht en
verminder uw snelheid.
•
Hoe zwaarder een gesleepte last, hoe langer de
stopafstand wordt. Rij langzaam en zorg voor
voldoende afstand om te stoppen.
•
Maak grote bochten om ervoor te zorgen dat het
werktuig de machine niet raakt.
De Smart Park
gebruiken
De parkeerrem wordt elektronisch geactiveerd.
Activeer de parkeerrem op een van de volgende
manieren:
•
Zet de Smart Park
•
De parkeerrem wordt automatisch ingeschakeld
als de bestuurder de stoel verlaat en het
tractiepedaal in
•
De parkeerrem wordt automatisch ingeschakeld 5
tot 6 seconden nadat de contactschakelaar op
is gezet (indien hij nog niet ingeschakeld was).
Zet de parkeerrem op een van de volgende manieren
vrij:
•
Tik het tractiepedaal in vooruit of achteruit.
•
Duw de remschakelaar in
De messchakelaar (aftakas)
bedienen
De messchakelaar (aftakas) start en stopt de
maaimessen en eventuele bekrachtigde werktuigen.
Messchakelaar (aftakas)
inschakelen
Opmerking:
U moet de maaimessen altijd
inschakelen met de gashendel op SNEL
24
™
parkeerrem
™
schakelaar op
AAN
staat.
NEUTRAAL
(Figuur
6).
UIT
Figuur 21
(Figuur 22
(Figuur
6).
UIT
g008945
).