4.
Schuif het luchtfilterelement voorzichtig uit de
luchtfilterbehuizing.
Opmerking:
Om te voorkomen dat er veel
stof vrijkomt, mag u het filter niet tegen de
luchtfilterbehuizing slaan.
5.
Controleer het luchtfilterelement.
•
Als het luchtfilterelement schoon is, monteert
u het filterelement; zie
monteren (bladz.
•
Als het luchtfilterelement beschadigd is,
vervang dan het filterelement; zie
vervangen (bladz.
Luchtfilter vervangen
1.
Verwijder het luchtfilterelement; zie
van het luchtfilter (bladz.
2.
Controleer of het nieuwe filter niet is beschadigd
door het transport ervan.
Opmerking:
Controleer het uiteinde van het
filter dat moet aansluiten.
Belangrijk:
Een beschadigde filter mag niet
worden gemonteerd.
3.
Monteer het nieuwe luchtfilter; zie
monteren (bladz.
Het luchtfilter monteren
Belangrijk:
Om schade aan de motor te
voorkomen, mag u de motor nooit laten lopen
zonder dat het complete luchtfilter is gemonteerd.
Belangrijk:
Een beschadigd element mag niet
worden gebruikt.
Opmerking:
Het wordt afgeraden het gebruikte
luchtfilterelement te reinigen omdat dit kan leiden tot
beschadiging van de filtermedia.
1.
Reinig de opening van de vuiluitlaat op het
deksel van het luchtfilter.
2.
Verwijder de rubberen uitlaatklep van het deksel,
maak de holte schoon en plaats de klep terug.
3.
Steek het luchtfilterelement in de
luchtfilterbehuizing
Opmerking:
Zorg ervoor dat het filter op de
juiste wijze is afgesloten door de buitenring van
het filter aan te drukken als u het filter monteert.
Druk niet op het flexibele midden van het filter.
4.
Lijn het deksel van het luchtfilter uit met de
luchtfilterbehuizing
5.
Bevestig het deksel met de vergrendelingen aan
de behuizing
(Figuur
Het luchtfilter
22).
Luchtfilter
22).
Onderhoud
21).
Het luchtfilter
22).
(Figuur
16).
(Figuur
16).
16).
Onderhoud uitvoeren aan
koolstofhouder
Het luchtfilter van de
koolstofhouder vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
1.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
2.
Verwijder het luchtfilter van de koolstofhouder
en gooi het weg
1. Koolstofhouder
3.
Monteer het nieuwe luchtfilter.
Het filter van de purgeerlijn van de
koolstofhouder vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Opmerking:
Controleer regelmatig of het filter van
de purgeerlijn vuil is. Vervang het filter als het vuil is.
1.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
2.
De verende slangklemmen aan beide zijden
van het purgeerlijnfilter van de koolstofhouder
wegnemen van het filter
22
(Figuur
17).
Figuur 17
2. Luchtfilter van
koolstofhouder
(Figuur
18).
g029820