Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

SMA SUNNY BOY 1.5 Servicehandleiding pagina 31

Verberg thumbnails Zie ook voor SUNNY BOY 1.5:
Inhoudsopgave

Advertenties

SMA Solar Technology AG
Berekening van de isolatieweerstand
De te verwachten totale weerstand van de PV-installatie of van een afzonderlijke string kan
aan de hand van de volgende formule worden berekend:
totaal
De precieze isolatieweerstand van een PV-paneel kunt u bij de paneelfabrikant opvragen of
aflezen van het datablad.
Als gemiddelde waarde voor de weerstand van een PV-paneel kan echter bij
dunnefilmpanelen ca. 40 MOhm en bij poly- en monokristallijne PV-panelen ca. 50 MOhm
per PV-paneel worden verondersteld (zie voor meer informatie over de berekening van de
isolatieweerstand de technische informatie "Isolatieweerstand (Riso) van niet galvanisch
gescheiden PV-installaties" op www.SMA-Solar.com).
Vereiste apparaten:
☐ geschikt toestel voor veilig scheiden en kortsluiten
☐ meettoestel voor isolatieweerstand
Toestel voor veilig scheiden en kortsluiting van de PV-generator nodig
De meting van de isolatieweerstand kan alleen worden uitgevoerd met een geschikt toestel
voor veilig meten en kortsluiten van de PV-generator. Als er geen geschikt toestel beschikbaar
is, mag de meting van de isolatieweerstand niet worden uitgevoerd.
Werkwijze:
1. Bereken de te verwachten isolatieweerstand per string.
2.
Levensgevaar door hoge spanningen
• Schakel de omvormer spanningsvrij (zie hoofdstuk 2.1, pagina 6).
3. Installeer de kortsluitinrichting.
4. Sluit het meettoestel voor de isolatieweerstand aan.
5. Sluit de eerste string kort.
6. Stel de controlespanning in. De controlespanning moet zo dicht mogelijk bij de maximale
systeemspanning van de PV-panelen liggen, mag deze echter niet overschrijden (zie datablad
van de PV-panelen).
7. Meet de isolatieweerstand.
8. Hef de kortsluiting op.
9. Voer de meting van de overige strings op dezelfde manier uit.
☑ Als de isolatieweerstand van een string duidelijk afwijkt van de theoretisch berekende
waarde, is er sprake van een aardlek in de desbetreffende string.
10. Sluit strings met aardlek pas weer aan op de omvormer als het aardlek is verholpen.
11. Sluit alle andere strings weer aan op de omvormer.
Servicehandboek
6 PV-installatie op aardlek controleren
SB15-25-SG-nl-10
31

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave