5.2) Programmering "gebeurtenissen"
Tijdens de programmering van de gebeurtenissen dient u één voor één alle eigenschappen van de gebeurtenis in te
stellen, en wel:
Tabel 22
Eigenschappen van de gebeurtenissen:
1.
Uur en minuut waarop de opdracht verzonden moet worden
2.
De dag of de dagen van de week waarin dat dient te gebeuren
3.
Eén of meer groepen waarop de gebeurtenis betrekking heeft
en de desbetreffende opdracht "Omhoog" of "Omlaag"
4.
Het al dan niet aanwezig zijn van de speciale opdracht
"
" of "
5.
Het al dan niet aanwezig zijn van de speciale opdracht
"met vakantie"
6.
Het al dan niet aanwezig zijn van de speciale opdracht
"wereldklok"
7.
Het al dan niet aanwezig zijn van de speciale opdracht
"met tijdslimiet"
8.
In geval van de speciale opdracht "met tijdslimiet" de in
seconden uitgedrukte tijd seconden, die tussen die opdracht
en de daarop volgende opdracht "Stop" moet verstrijken
In het voorbeeld 1: zal groep 1 elke maandag om
8.30 uur een opdracht "Omhoog" ontvangen.
"
In het voorbeeld 2: zal groep 2 elke woensdag, vrij-
dag en zaterdag om 18.45 uur een opdracht "Omlaag"
en zullen de groepen 4, 5 en 6 een opdracht "Omhoog"
ontvangen; bij deze opdrachten is er de activering voor-
zien van de automatische opdrachten welke van de kli-
maatsensoren afkomstig zijn. De "wereldklok"is geacti-
veerd zodat de opdracht in de loop van het jaar ten
opzichte van de 18.45 vervroegd of verlaat wordt om het
tijdstip van zonsondergang te volgen. De opdrachten
hebben een tijdslimiet d.w.z. er is een opdracht "Stop"
20 seconden na het begin van de manoeuvre voorzien.
Voorbeeld 1
Voorbeeld 2
08.30
18.45
Mo
We Fr Sa
2
1
4
5
6
20
N
113