VOORZICHTIG
Hydraulische koppelingen, hydraulische
leidingen/kleppen en hydraulische vloeistof
kunnen heet zijn. U kunt zich verbranden als
u hete onderdelen aanraakt.
• Draag handschoenen als u werkt aan de
hydraulische koppelingen.
• Laat de machine afkoelen voordat u de
hydraulische onderdelen aanraakt.
• Zorg ervoor dat u niet in aanraking komt
met gemorste hydraulische vloeistof.
Een grondboor monteren
WAARSCHUWING
De grondboor kan vrij zwaaien in de
steunarmen. Uw handen en vingers kunnen
gekneld en ernstig verwond of afgesneden
worden als ze tussen de steunarmen en de
zwaaiende aandrijfkop terechtkomen.
Houd uw handen en vingers uit de buurt van
de steunarmen.
1.
Plaats de machine op een horizontaal vlak, laat
de laderarmen zakken en stel de parkeerrem in
werking (indien van toepassing).
2.
Als u een grondboor monteert op de aandrijfkop
met modelnummer 22806, schakel de motor dan
uit en verwijder het contactsleuteltje. Plaats de
aandrijfkop verticaal, schuif een bout (½" x 2½")
in de gaten vooraan in de steunarmen en zet
losjes vast met een flensmoer (½") zoals in
Figuur
4.
1. Aandrijfkop (vooraanzicht)
2. Bout
Figuur 4
3. Voorste steunarm
3.
Start de motor en til de laderarmen op zodat de
aandrijfkop van de grond komt.
4.
Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
5.
Draai de aandrijfkop van de grondboor
handmatig naar boven tot u een bout (½" x 2½")
in de opening in de steunarm kunt schuiven om
de aandrijfkop te borgen. Zet de bout losjes vast
met een moer (½"); zie
1. Aandrijfkop
2. Steunarm
6.
Als u een verlengstuk gebruikt met de grondboor,
steek het uiteinde van het verlengstuk dan in
het uiteinde van de grondboor en bevestig de
grondboor aan het verlengstuk met een bout
(7/8" x 4½") en moer (7/8"); zie
g004515
1. Verlengstuk
2. Grondboor
7.
Start de motor.
7
Figuur
5.
Figuur 5
3. Bout en flensmoer
Figuur
6.
Figuur 6
3. Bout (7/8" x 4½")
4. Moer (7/8")
g004516
g004517