Parameters
Instelbereik
Min / Max
Aanpassing
verwarmings-
curve
Uit
Aan
Interlink tem-
1 – 50 K
peratuurstij-
ging
Comfort Ver-
warming
Uit
Aan
Tab. 7-15 Parameters in het menu "Verwarmen"
7.6.4
Menu: Koelen
[→ Hoofdmenu → Configuratie → Koelen]
Parameters
Instelbereik
Min / Max
Start T-vertr
5 - 25 °C
koelen
Max. T-vertr
5 - 25 °C
koelen
Start. T-ext.
15 - 45 °C
koelen
Max. koelen A-
20 - 45 °C
temp
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regelung RoCon+ HP1
008.1447899_00 – 09/2019 – NL
Beschrijving
Functie kan alleen bij een aangesloten en aan het verwarmingscircuit toe-
gewezen kamerregelaar worden uitgevoerd:
Gedeactiveerd
Geactiveerd = start van een eenmalige automatische aanpassing van de
verwarmingscurve.
Voorwaarden:
▪ Buitentemperatuur < 8 °C
▪ Instelling van de modus: "Automatisch 1" of "Automatisch 2"
▪ Duur van de verlagingsfase ten minste 6 h
Functie: In het begin van de verlagingstijd wordt de actuele kamertempera-
tuur als streefwaarde boor de volgende 4 uur ingesteld. De verwarmings-
curve wordt door de regeling aan de hand van de aanvoerstreeftemperatu-
ren berekend die noodzakelijk zijn om deze kamertemperatuur op peil te
houden.
Als de automatische aanpassing van de verwarmingscurve wordt onder-
broken, wordt de functie gepauzeerd tot hij de volgende dag met succes
uitgevoerd of beëindigd wordt (instellen van de parameter op "Uit" of wijzi-
gen van de actuele modus).
Tijdens de automatische aanpassing zijn de warmwaterbereiding en de
verwarmingsoptimalisatie geblokkeerd.
Alleen als parameter [Functie Interlink] = Aan:
Aanvoerstreeftemperatuur wordt bij een gesloten RT-schakelcontact koe-
len met de ingestelde waarde verhoogd. Verzoek bijv. door HP convector.
Als de warmtepomp bij zeer lage buitentemperaturen niet aan de warmte-
behoefte kan voldoen, wordt warmte uit de boiler gehaald en voor de ka-
merverwarming gebruikt (zie
Hfst.
Pas bij niet gedekte verwarmingsbehoefte wordt de boilertemperatuur op-
gevoerd. Binnen de tijd die nodig is voor het verhogen van de temperatuur
kan er iets minder comfort optreden.
Bij betreffende buitentemperaturen wordt de boilertemperatuur altijd boven
de voor de warmwaterbehoefte iungestelde boilertemperatuur verhoogd.
Eventueel wordt het stroomverbruik van de warmtepomp hoger.
Beschrijving
Alleen als parameter [Weersafhankelijk] = Weersafhankelijk:
Instelling van de aanvoerstreeftemperatuur voor het koelen bij het starten
van de koelwerking (buitentemperatuur = parameter [Start. T-ext. koelen])
Alleen als parameter [Weersafhankelijk] = Weersafhankelijk:
Instelling van de minimale aanvoerstreeftemperatuur voor het koelen. Die
wordt vanaf de buitentemperatuur (parameter [Max. koelen A-temp]) con-
stant gehouden.
Alleen als parameter [Weersafhankelijk] = Weersafhankelijk:
Instelling vanaf welke buitentemperatuur de koelwerking met de hoogste
aanvoerstreeftemperatuur voor het koelen [Start T-vertr koelen] start (in-
stellingsvoorwaarde: modus "Koelen").
Alleen als parameter [Weersafhankelijk] = Weersafhankelijk:
Instelling bij welke buitentemperatuur de laagste aanvoerstreeftemperatuur
voor het koelen [Max. T-vertr koelen] wordt ingesteld (instelvoorwaarde:
modus "Koelen").
4.5.4)
7
Parameterinstellingen
Fabrieks-
Stap-
instelling
pen-
grootte
-
5 K
1 K
Fabrieks-
Stap-
instelling
pen-
grootte
18 °C
1 °C
8 °C
1 °C
24 °C
1 °C
35 °C
1 °C
Gebruiksaanwijzing
Toegang
BE HF
N
E
N
E
N
E
Toegang
BE HF
E
E
E
E
E
E
E
E
43