Gordels
mogen
worden van het lichaam door rolstoel
onderdelen zoals armsteunen of wielen.
Foutieve gordelbevestiging
2.5
Opvouwen - ontvouwen
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat uw vingers niet gekneld raken.
Om de rolstoel op te vouwen:
1. Verwijder de voetsteunen, zie §3.3.
2. Neem de zit aan de voor- en achterzijde in het midden vast en trek om te sluiten.
3. Duw de buizen van het zitframe tegen elkaar.
4. Verwijder de achterwielen indien van toepassing, zie §2.6.
Om de rolstoel te ontvouwen:
1. Trek de buizen van het zitframe uiteen en duw het zitframe aan de linker- en rechterkant
naar beneden totdat de zit plat is en het frame vergrendeld.
2. Indien verwijderd, monteer de achterwielen, zie §2.6.
3. Plaats de voetsteunen, zie §3.3.
2.6
(De)Montage achterwielen (optioneel)
Om de achterwielen te verwijderen
1. Houd de knop (1) ingedrukt terwijl u de wielas uit de bus van het
frame schuift.
2. Herhaal voor het andere wiel en plaats de rolstoel voorzichtig op
de buizen van het achterframe.
Om de achterwielen te installeren
1. Neem een van de achterwielen en til de rolstoel aan één kant op.
2. Houd de knop (1) ingedrukt terwijl u het wiel in de asbus schuift.
3. Laat de knop los om het wiel te vergrendelen. Zorg ervoor dat het
op zijn plaats klikt.
4. Herhaal voor het andere wiel.
5. Zorg ervoor dat beide wielen stevig vastzitten.
niet
weggehouden
Gevaar voor letsel en/of beschadiging
De bekkengordel moet volledig contact
maken met de voorkant van het lichaam
vlakbij de kruising van de dij en het bekken.
Bekkengordel laag op het bekken, vlakbij
de kruising van dij en bekken
Correcte gordelbevestiging
7
101
2024-01
Voor gebruik
NL