NL
3
Uw rolstoel gebruiken
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat uw handen, kleding, riemen, gespen of juwelen niet gekneld raken door wielen
of andere bewegende delen, tijdens gebruik of aanpassing.
3.1
Parkeerremmen
VOORZICHTIG
Los nooit beide remmen tegelijk.
Remmen mogen enkel worden afgesteld door uw vakhandelaar.
Gebruik de parkeerremmen niet om de rolstoel te vertragen tijdens het rijden.
3.2
De armsteunen plaatsen/verwijderen
Om de armsteunen te monteren:
1. Plaats de achterzijde van de armsteun in dop (1) (Fig A).
2. Kantel de armsteun naar voor.
3. Trek de hendel (2) op dop (3) omhoog (afb. B).
4. Plaats de voorzijde van de armsteun (4) in dop (3) tot deze vastklikt (Afb. B).
A
Om de armsteun te openen en verwijderen:
1. Trek aan de hendel (2) en trek de voorzijde van de armsteun (1) omhoog (Afb. C).
2. Klap de armsteun naar achter.
3. U verwijdert de armsteun door de achterzijde van de armsteun uit dop (3) te trekken (Afb.
D).
Gevaar voor letsel en/of beschadiging
Gevaar voor letsel en/of beschadiging
Om de remmen in te schakelen:
1. Trek de remhendels (1) naar voren tot u een
1
duidelijke klik voelt.
Om de remmen los te zetten:
1. Zet eerst één rem los door de hendel (1) naar
achteren te trekken.
2. Houd het ongeremde wiel met uw hand vast aan de
grijphoepel.
3. Los de andere rem door de hendel naar achteren te
trekken.
8
101
2024-01
Uw rolstoel gebruiken
B