SATEL
7.2
S
TARTEN VAN DE
• Schakel de "Rapportage" optie in.
• Selecteer CSD als rapportage verbinding (zie: "Prioriteit" p. 31).
• Schakel het logboek bufferen in als de gebeurtenissen naar het logboek geschreven
moeten worden en de module het ontvangst van het alarmsysteem moet bevestigen
voordat deze naar de meldkamer verstuurd moet worden (zie: "Logboek bufferen" p. 31).
• Indien de logboek bufferen optie ingeschakeld is en de module dient informatie te geven
bij transmissie problemen, voer dan de inhoud voor het SMS bericht in (zie: "Zend SMS"
p 33) en het telefoonnummer (zie: "Tel. nummer" p. 33) waarnaartoe de informatie zal
worden verzonden.
7.2.1 Rapportage van de module status (CSD)
1. Configureer de parameters voor de meldkamer(s) (zie: p. 31):
− voer het klantnummer in;
− voer het telefoonnummer in voor de CSD rapportage.
2. Definieer de regels voor rapportage van module gerelateerde gebeurtenissen (zie: p. 33).
7.2.2 Rapportage van gebeurtenissen uit het alarmsysteem (CSD)
Het alarmsysteem dient alleen aangesloten te zijn op de telefoonlijn uitgang
1. Programeer het telefoonnummer voor de CSD rapportage (zie: p. 32).
2. Voer het telefoonnummer in welke ook bij de meldkamer in het alarmsysteem
geprogrammeerd staat, deze wordt dan door de module gesimuleerd (zie: "Tel. nummer"
p. 32).
3. Bepaal de duur van de kiss-off tijd toon (zie: "Kiss off tijd" p. 31).
Het alarmsysteem is aangesloten op de RS-232 poort
1. Programmeer het telefoonnummer voor de CSD rapportage (zie: p. 32).
2. Schakel meldkamer verbindingscontrole met het Integra alarmsysteem in ("INTEGRA
aanwezigheidscontrole" p. 30).
7.3
S
TARTEN VAN DE
• Schakel de "Rapportage" optie in.
• Selecteer SMS als rapportage verbinding (zie: "Prioriteit" p. 31).
• Schakel het logboek bufferen in als de gebeurtenissen naar het logboek geschreven
moeten worden en de module het ontvangst van het alarmsysteem moet bevestigen
voordat deze naar de meldkamer verstuurd moet worden (zie: "Logboek bufferen" p. 31).
• Indien de logboek bufferen optie ingeschakeld is en de module dient informatie te geven
bij transmissie problemen, voer dan de inhoud voor het SMS bericht in (zie: "Zend SMS"
p 33) en het telefoonnummer (zie: "Tel. nummer" p. 33) waarnaartoe de informatie zal
worden verzonden.
7.3.1 Rapportage van de module status (SMS)
1. Configureer de parameters voor de meldkamer(s) (zie: p. 31):
− voer het klantnummer in;
− voer het telefoonnummer in voor de SMS rapportage;
− programeer het SMS bericht formaat waarin de gebeurteniscodes naar de meldkamer
verzonden zullen worden.
GSM LT-2
CSD
RAPPORTAGE
SMS
RAPPORTAGE
41