SATEL
naam waarnaar gerapporteerd is – de gebeurtenis is succesvol verzonden naar
de meldkamer over de aangegeven verbinding.
Gebeurteniscode
Omschrijving – omschrijving van de gebeurtenis (voor gebeurtenissen in het Contact ID
formaat).
Ververs – gebruik deze knop om de gebeurtenissen opnieuw te downloaden uit de module.
6. B
EDIENING
6.1
O
P AFSTAND
6.1.1 Bediening via een telefoon
• Programmeer de "Inbeltijd" parameter (zie: p. 25).
• Programmeer de codes (zie: sectie "DTMF bediening" p. 29).
• Indien de controle mogelijkheid beperkt is tot telefoonnummers die geprogrammeerd zijn
in de module (zie: p. 26 en p. 33) – schakel dan de "SMS bediening alleen met nummers
uit tel. lijst" optie in (zie: p. 25).
Voor controle doe het volgende:
1. Bel het telefoonnummer van de GSM module en wacht totdat de geprogrammeerde
inbeltijd verstreken is. Na het horen van 3 korte piepjes voert u de 4-cijferige code in.
De module zal 4 piepjes genereren waarna, als code juist is, de status van de ingangen
zal weergeven:
korte piep – ingang niet overbrugd,
lange piep – ingang overbrugd;
Indien een onjuiste code ingevoerd wordt (welke niet bekend is in de module), zullen 2
lange piepjes door de module worden gegenereerd.
Indien u een fout maakt bij het invoeren van de code drukt u op de [*] of [#] toets
en voert u de code opnieuw in. Na het invoeren van 3 foutieve codes zal de verbinding
worden verbroken.
2. Voer een volgende controle code in of verbreek de verbinding.
GSM LT-2
Fig. 20. "Logboek buffer" tabblad.
37