SATEL
ontvangen en door zal sturen naar de meldkamer via de GSM telefoon. De methode
voor het doorsturen van gebeurteniscodes dient te worden aangegeven via het
selecteren van de juiste rapportage methode – zie: "Prioriteit" p. 31. Indien
de gebeurtenissen via de AUDIO link verzonden moeten worden, dan dient het
gehele nummer van de meldkamer ingevoerd te worden.
Het geprogrammeerde nummer moet uniek zijn en mag geen ander
geprogrammeerd nummer in de module zijn.
Rapportage bij storingen
Zend SMS – de inhoud van het SMS bericht welke verzonden zal worden als de "Logboek
bufferen" optie ingeschakeld is en de module een gebeurtenis niet naar de meldkamer kan
verzenden. Het bericht mag tot 32 karakters bevatten.
Tel. nummer [108] – het telefoonnummer waarnaar het SMS bericht zal worden verzonden
als de gebeurtenissen door module niet bij de meldkamer afgeleverd kan worden.
5.2.9 "Rapportage – ingangen" tabblad
De module kan naar de meldkamer doormelden bij de volgende situaties:
− activering ingangen IN1 ... IN4;
− herstel ingangen IN1 ... IN4;
− testmeldingen.
In het D
10 programma dienen de volgende parameters te worden geprogrammeerd
LOAD
voor elke gebeurtenis:
P1 – markeer het veld als de gebeurtenis naar meldkamer 1 verzonden moet worden.
Dubbelklik om het veld te markeren of de markering te verwijderen.
P2 – markeer het veld als de gebeurtenis naar meldkamer 2 verzonden moet worden.
Dubbelklik om het veld te markeren of de markering te verwijderen.
Formaat – het formaat waarin de gebeurteniscode verzonden wordt. Dubbelklik om het: 4/2
(Ademco Express) of CID (Contact ID) formaat te selecteren.
Code – de gebeurteniscode die naar de meldkamer verzonden zal worden. Voor het 4/2
formaat dienen 2 karakters geprogrammeerd te worden (cijfers of letters van A tot F)
GSM LT-2
Fig. 17. "Rapportage – ingangen" tabblad.
33