SATEL
− 2. karakter – ingang IN2 (0 – nee; 1 – ja);
− 3. karakter – ingang IN3 (0 – nee; 1 – ja);
− 4. karakter – ingang IN4 (0 – nee; 1 – ja).
[96 ** ] – een code van 6 karakters (cijfers: 0-9 en karakters: #, * , +) voor het starten van
de lokale DTMF bedieningsfunctie (zie "Lokale bediening tel. nr." p. 29).
[97 ** ] – parameter voor het bepalen of de module de rapportage functie moet uitvoeren:
0 – nee,
1 – ja.
[98 ** ] – parameter voor het bepalen of de module de status van de verbinding met het
INTEGRA alarmsysteem via de RS-232 poort moet controleren:
0 – nee,
1 – ja.
De verbinding zal worden gecontroleerd voor INTEGRA alarmsystemen met versie
1.06 of later.
[99 ** ] – parameter voor het bepalen of de module CLIP moet beantwoorden (zie: "CLIP
beantwoorden" p. 26):
0 – nee,
1 – ja.
[99 ** ] – voer de cijfers 7890 in en bevestig dit met de [#] toets om de test mode in de module
te starten. U kunt de LED's op de print van de module controleren op hun juiste werking.
Als de test mode gestart wordt zullen de LED's uitgaan. Daarna zal elke LED (opvolgend:
STAT, SIG, TX, RX) oplichten voor ongeveer 1 seconde waarbij tevens de FLT uitgang
geactiveerd wordt. Als de LED testprocedure beëindigd is zal de module terugkeren naar
de status van voor het starten van de test mode.
[105 ** ] – parameter voor het bepalen van het aantal mislukte pogingen om de gebeurtenis
te verzenden via het gedefinieerde kanaal, waarna de module een poging zal doen
om de gebeurtenis te verzenden via het volgende kanaal. U kunt waardes programmeren
van 2 tot 255 (standaard: 3).
[111 ** ] – een reeks van 4 karakters voor het bepalen welke GSM frequenties gebruikt
moeten worden door de GSM telefoon die in de module geïnstalleerd is (de parameter
verwijst naar modules met een u-blox LEON-G100 GSM telefoon):
− 1. karakter – 850 MHz (0 – nee; 1 – ja);
− 2. karakter – 900 MHz (0 – nee; 1 – ja);
− 3. karakter – 1800 MHz (0 – nee; 1 – ja);
− 4. karakter – 1900 MHz (0 – nee; 1 – ja).
U kunt elke band selecteren. Indien u alle 4 kiest of helemaal geen, dan zal de module dit
interpreteren dat alle beschikbare frequenties gebruikt mogen worden en zal hier dan
de meest geschikte uit kiezen.
[112 ** ] – 6 cijfers voor het SMS bedieningscommando die naar de module verzonden
om deze te herstarten.
[113 ** ] – parameter voor het bepalen van de tijd waarna de module, indien niet in gebruikt,
de telefoon zal herstarten (zie: "Auto herstart elke" p. 27). U kunt van 1 tot 25 uur invoeren.
[114 ** ] – een reeks van tot 8 karakters (cijfers: 0-9 en karakters: #, * , +) voor het bepalen van
de land code welke geprogrammeerd moet worden als PAGER type mobiele
telefoonnummers gewaarschuwd moeten worden, en deze in het alarmsysteem niet vooraf
geprogrammeerd zijn.
GSM LT-2
15