14
− 4. karakter – 4. telefoonnummer voor het bericht (0 – geen bericht; 1 – CLIP bericht; 2 –
SMS bericht).
[65 ** ] ... [68 ** ] – 4 karakters voor het bepalen hoe een herstelbericht van de ingang zal
sturen naar het desbetreffende telefoonnummer ([65] – IN1; [66] – IN2; [67] – IN3; [68] –
IN4). De manier van programmering hiervoor is identiek aan de functies bij [61] ... [64].
[69 ** ] – 4 karakters voor het bepalen hoe een bericht over de module testmelding
gerealiseerd zal worden naar het desbetreffende telefoonnummer. De manier van
programmering hiervoor is identiek aan de functies bij [61] ... [64].
[70 ** ] – 5 karakters voor het bepalen of de ingang een overbruggingsingang is (zie
"Overbrug ingang" p. 27), of overbrugd is (zie "Overbrugde ingangen" p. 28):
− 1. karakter – overbruggingsingang (0 – none; 1 – input IN1; 2 – input IN2; 3 – input IN3;
4 – input IN4);
− 2. karakter – overbrugde ingang input IN1 (0 – nee; 1 – ja);
− 3. karakter – overbrugde ingang IN2 (0 – nee; 1 – ja);
− 4. karakter – overbrugde ingang IN3 (0 – nee; 1 – ja);
− 5. karakter – overbrugde ingang IN4 (0 – nee; 1 – ja).
[71 ** ] ... [74 ** ] – een 6-cijferig SMS bedieningscommando die verzonden wordt naar
de module om een ingang te overbruggen ([71] – IN1; [72] – IN2; [73] – IN3; [74] – IN4; zie
ook "SMS bediening" p. 29).
[75 ** ] – een 6-cijferig SMS bedieningscommando die verzonden wordt naar de module
om alle ingangen te overbruggen (zie "SMS bediening" p. 29).
[76 ** ] ... [79 ** ] – een 6-cijferig SMS bedieningscommando die verzonden wordt naar
de module om een ingang uit de overbrugging te halen ([76] – IN1; [77] – IN2; [78] – IN3;
[79] – IN4; zie ook "SMS bediening" p. 29).
[80 ** ] – een 6-cijferig SMS bedieningscommando die verzonden wordt naar de module
om alle ingangen uit de overbrugging te halen (zie "SMS bediening" p. 29).
[81 ** ] – een 6-cijferig SMS bedieningscommando die verzonden wordt naar de module
om de status van een ingang te controleren (zie "SMS bediening" p. 29).
[82 ** ] ... [85 ** ] – een 4-cijferig DTMF bedieningscode om een ingang te overbruggen ([82] –
IN1; [83] – IN2; [84] – IN3; [85] – IN4; zie ook "DTMF bediening" p. 29).
[86 ** ] – een 4-cijferig DTMF bedieningscode om alle ingangen te overbruggen (zie "DTMF
bediening" p. 29).
[87 ** ] ... [90 ** ] – een 4-cijferig DTMF bedieningscode om een ingang uit de overbrugging
te halen ([87] – IN1; [88] – IN2; [89] – IN3; [90] – IN4; zie ook "DTMF bediening" p. 29).
[91 ** ] – een 4-cijferig DTMF bedieningscode om alle ingangen uit de overbrugging te halen
(zie "DTMF bediening" p. 29).
[92 ** ] – een 4-cijferig DTMF bedieningscode om de status van een ingang te controleren (zie
"DTMF bediening" p. 29).
[93 ** ] – parameter voor het bepalen van de inbeltijd. U kunt waardes programmeren van
0 tot 99 (zie "Inbeltijd" p. 25).
[94 ** ] – parameter voor het bepalen of de module status informatie in het SMS bericht
bijgevoegd moet worden die geprogrammeerd is voor de testmelding (zie "Testmelding
met GSM status" p. 26):
0 – nee,
1 – ja.
[95 ** ] – 4 karakters voor het bepalen hoe de ingang overbrugd kan worden vanaf een
telefoon die aangesloten is op de telefoonlijn uitgang:
− 1. karakter – ingang IN1 (0 – nee; 1 – ja);
GSM LT-2
SATEL