10
u het toetsenbord gebruiken om de parameters te programmeren. Om cijfers in te voeren
gebruikt u de numerieke toetsen, maar u kunt ook speciale karakters invoeren:
# - druk achter elkaar de [ * ] en [1] toetsen;
*
- druk twee x op de [ * ] toets;
+ - druk achter elkaar de [ * ] en [0] toetsen.
Nadat u de dat ingevoerd heeft drukt u op de [#] toets.
Bij het programmeren kunnen de volgende geluiden worden gehoord via de telefoon:
3 korte piepjes – correcte data;
2 lange piepjes – incorrecte data.
Voor een overzicht van overige geluiden die door de module gegenereerd worden verwijzen
wij u naar de beschrijving van de functies [14] en [15].
Bij het programmeren van parameter functies, kunt u op de [#] toets drukken net nadat
de functie gestart is, waardoor de geprogrammeerde waarden gereset zullen worden.
5.1.3 Functielijst
Getoond tussen haakjes zijn toets volgorden die gebruikt worden om individuele
functies te starten.
Getoond na het minteken is de parameter die geprogrammeerd kan worden voor
de functie.
[01 ** ] – PIN code van de SIM kaart bestaande uit 4 cijfers.
[02 ** ] – telefoonnummer van de Short Message Service center (zie: "SMS centrale nr."
p. 22).
[03 ** ] – 6 cijfers voor het SMS bedieningscommando die naar de module verzonden wordt
om het modem formaat in te stellen (zie: "Instellen van het modem formaat" p. 24).
[04 ** ] – 6 cijfers voor het SMS bedieningscommando die naar de module verzonden wordt
om op afstand de communicatie te starten tussen het INTEGRA alarmsysteem en het
D
X programma (zie: "Start DloadX" p. 24).
LOAD
[05 ** ] – 6 cijfers voor het SMS bedieningscommando die naar de module verzonden wordt
om op afstand de communicatie te starten tussen het INTEGRA alarmsysteem en het
G
X programma (zie: "Start DloadX" p. 24).
UARD
[06 ** ] – een reeks van max. 4 karakters (cijfers: 0-9 en karakters: #, * , +), die indien een
apparaat aangesloten is op de telefoonlijn uitgang, een simulatie van de PAGER station
uitvoert door de module (zie: "SMS conversie nr." p. 23).
[08 ** ] – 2 cijfers die corresponderen met de transmissiestandaard van het modem waarmee
de GSM module communiceert (zie: "Modem formaat" p. 22).
[09 ** ] – parameter voor het instellen van de transmissiesnelheid over de RS-232 poort:
0 – 4800 bps,
1 – 9600 bps,
2 – 19200 bps.
[10 ** ] – parameter om te bepalen of het geprogrammeerde nummer voor de SMS centrale
een volledig internationaal telefoonnummer is:
0 – nee,
1 – ja.
[11 ** ] – parameter om te bepalen of de module gebruikt wordt als een extern modem (zie:
"Fax/modem" p. 22):
0 – nee,
GSM LT-2
SATEL