Inhoudsopgave
Advertenties
SATEL
Let op bij de installatie en het vervangen van de batterij. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor de consequenties van het niet juist plaatsen van de batterij.
1. Verwijder de plastic stofkap.
2. Draai de behuizing tegen de klok in (Fig. 5) en verwijder deze (Fig. 6).
3. Installeer de batterij.
4. Voeg de detector toe aan het draadloze systeem (zie de ABAX 2 / ABAX controller
handleiding of de INTEGRA 128-WRL installatie handleiding). De sticker met het
serienummer, welke ingevoerd dient te worden bij de registratie, kan gevonden worden
op de sokkel.
In het INTEGRA / VERSA alarmsysteem zal de detector geïdentificeerd worden als
ASD-110.
Gelijktijdige werking van de detector in de ABAX 2 en ABAX controller / INTEGRA
128-WRL alarmsysteem is niet mogelijk.
5. Sluit de behuizing.
6. Selecteer de plaats waar de detector geïnstalleerd moet worden en bevestig deze daar
tijdelijk.
7. Controleer het ontvangen signaalniveau van de detector door de ABAX 2 / ABAX
controller of door het INTEGRA 128-WRL alarmsysteem. Indien het signaal lager is dan
40%, selecteer dan een andere installatie locatie. Soms is het voldoende om het apparaat
10 tot 20 cm te verplaatsen om een aanzienlijke verbetering van de signaal kwaliteit te
verkrijgen. U kunt ook proberen de behuizing te draaien om te controleren welk effect de
verandering van de antenne positie heeft op de signaalsterkte.
Met de ARF-200 tester kunt u op de toekomstige installatielocatie de draadloze
signaalsterkte controleren, zonder dat u daar detector hoeft te plaatsen.
8. Verwijder de detector.
9. Gebruik schroeven (en evt. pluggen) om de sokkel op het montageoppervlak te
bevestigen. De meegeleverde muurpluggen zijn bedoeld voor beton, baksteen, enz.
Gebruik voor andere soorten oppervlakken (gipsplaat, holle wanden) de juiste
muurpluggen.
10. Plaats de detector terug op de sokkel.
11. Druk op de test / reset knop (Fig. 1). Het brandalarm wordt geactiveerd.
12. Als in het pand waar de detector geïnstalleerd is, werkzaamheden worden uitgevoerd die
kunnen leiden tot vervuiling van de optische kamer, plaats de plastic stofkap op de
detector en laat deze daar totdat het werk voltooid is.
5
Onderhoud
De detector moet regelmatig worden gecontroleerd op juiste werking. Periodieke controles
dienen ten minste om de zes maanden te worden uitgevoerd. Om te controleren of de
detector goed werkt op, druk de test / reset knop (Fig. 1). Het brandalarm moet hierdoor
geactiveerd worden.
6
Reinigen van de optische kamer
Het is aan te bevelen dat u de optische kamer minstens een keer per jaar schoonmaakt.
Reinigen is nodig wanneer de LED vervuiling van de kamer aangeeft (knippert 2 keer tijdens
de periodieke communicatie met de controller / alarmsysteem).
ASD-200
5
Advertenties
Inhoudsopgave
