Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Satel VERSA Handleiding pagina 65

Verberg thumbnails Zie ook voor VERSA:
Inhoudsopgave

Advertenties

SATEL
Server adres – Het IP adres van de PAC. Dit dient te worden ingevoerd in de vorm van
een IP adres (4 decimale getallen gescheiden door punten) of als naam.
Poort – Het nummer van de TCP poort waarover gecommuniceerd zal gaan worden
met de PAC. U kunt hier een waarde invullen van 1 tot 65535.
Server Sleutel
speciale karakters), definieert de Sleutel welke wordt gebruikt voor encryptie van de
data welke verzonden wordt naar de PAC.
ETHM Sleutel – Een volgorde van 1 tot 5 alfanumerieke karakters welke worden
gebruikt voor identificatie van het Alarmsysteem, met als doel te kunnen rapporteren
via het Ethernet.
Klantnummers – Gebeurtenis codes worden naar de PAC verstuurd met één van de
vier klantnummers:
• Klantnummer 1 – Gebeurtenissen van zones (alarmen, sabotage 's, storingen);
• Klantnummer 2 – Alarmen aangestuurd vanaf het bediendeel, inschakelen/
uitschakelen bij gebruik van zones, snel IN, verlies van communicatie met
draadloze apparaten, als ook een uitbreiding storing en sabotage 's;
• Klantnummer 3 – Inschakelen/uitschakelen en alarm herstel bij gebruik van code
of proximity kaart;
• Systeem klantnummer – Voeding storingen, zone overbruggingen, storingen van
het
alarmsysteem
programmering gerelateerde gebeurtenissen, etc.
4 hexadecimale karakters (cijfers of letters van A tot F) dienen voor iedere klantcode
te worden geprogrammeerd. Invoer van een waarde 0000 betekent dat
gebeurtenissen toegekend aan die klantcode niet worden gerapporteerd. Gebruik
van het cijfer 0 in klantcode is niet toegestaan, gebruik hiervoor een A.
SIA / TELIM prefix – 2 karakters worden vooraf gegaan voor ieder van de klantcodes in
geval van de SIA en TELIM formaten. Dus een klantcode bestaand uit 6 karakters
kunnen worden verkregen. 2 hexadecimale karakters (cijfers of letters van A tot F)
kunnen worden geprogrammeerd. Invoer van 00 betekent dat de prefix niet zal
worden toegevoegd. Gebruik van het cijfer 0 in de prefix wordt niet aanbevolen.
PAC 1 opties / PAC 2 opties
– Langer wachten voor initiële handshake – Het alarmsysteem zal langer wachten
voor een handshake afkomstig van de meldkamer in het geval van verzending van
gebeurtenissen in het Ademco Express, Contact ID of SIA formaat. Schakel deze
optie in als de meldkamer een niet standaard initiële handshake verzend.
– Lang kiss- off signaal – Het alarmsysteem zal een lang Kiss-off (bevestiging)
signaal accepteren voor ontvangst van gebeurtenissen in geval van Ademco
Express en Contact ID formaten. Schakel deze optie in als de meldkamer
gebeurtenis bevestigingen ontvangt via een niet-standaard weg (het kiss-off signaal
is langer dan 800 ms.).
– SIA – Zend bloknaam – In het SIA formaat zal de naam van het blok waar het
gebeurtenis plaats heeft gevonden ook worden verstuurd, als toevoeging op de
gebeurtenis code.
– SIA – Zend gebeurtenis bronnaam – In het SIA formaat kan de naam van de
gebeurtenis bron (zone, gebruiker, etc.) ook worden verzonden, in toevoeging tot de
gebeurtenis code.
– SIA – Bevestig elk blok – Het alarmsysteem zal wachten op een bevestiging van
de meldkamer voor de ontvangst van ieder data blok verzonden in het SIA formaat.
– Een volgorde van 1 tot 12 alfanumerieke karakters (Cijfers, letters en
hoogvermogen
VERSA
uitgangen,
communicatie
bus
63
storing,

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave