SATEL
3. Gebruik de
magneetcontact (lager of zijkant) actief dient te zijn. Druk op
Selecteer dan de tweede zone aan welk de detector is toegekend en:
1. Voer een cijfer van 1 tot 8 in, corresponderend aan de geselecteerde gevoeligheid van
de trildetector. Druk op
2. Voer een cijfer 1 tot 7 in, corresponderend aan het aantal pulsen, als opname waarbij dit
resulteert in een activering van de tril detector. Druk op
ASD-100 Detector
1. Voer een geschikte waarde in voor het F
2. Gebruik de
op
.
3. Gebruik de
akoestische signalering uitgeschakeld; 1, 2 of 3 – type akoestische signalering). Druk op
.
4. Gebruik de
(zoemer of LED). Druk op
ARD-100 detector
1. Voer een geschikte waarde voor het F
2. Bepaal of de detector altijd actief dient te zijn (
ingeschakeld). Druk op
3. Voer een cijfer van 1 tot 16 in, corresponderend met de geselecteerde gevoeligheid, (1 –
minimaal; 16 – maximaal). Druk op
ASP-105 Sirene
1. Voer een geschikte waarde voor het F
2. Gebruik de
.
3. Gebruik de
.
ASP-205 Sirene
In het geval van de ASP-205 sirene, bestaan er twee type signaleringen die kunnen worden
geprogrammeerd. Selecteer de eerste zone aan welk de sirene is toegekend om de
signalering te programmeren aangestuurd door de eerste sirene uitgang. Selecteer de
tweede zone om de signalering aangestuurd door de tweede sirene uitgang te
programmeren. In beide gevallen is het proces van configuratie bijna identiek (behalve dat de
F
parameter niet kan worden geprogrammeerd voor de tweede zone).
ILTER
1. Voer een geldige waarde in voor het F
2. Gebruik de
signalering ( –akoestische signalering uitgeschakeld; 1, 2 of 3 – type akoestische
signalering). Druk op
3. Gebruik de
Druk op
.
4. Bepaal of de optische signalering wordt ingeschakeld (
– signalering ingeschakeld). Druk op
en
toetsen, selecteer welk van de twee reed schakelaars van het
.
en
toetsen, bepaal de werking mode van de hitte detector. Druk
en
toetsen, bepaal de werking mode van de zoemer ( –
en
toetsen, bepaal de tijd van alarm signalering door de detector
.
.
en
toetsen, selecteer het type akoestische signalering. Druk op
en
toetsen, en bepaal de tijd van alarm signalering. Druk op
en
toetsen en selecteer de werking mode voor de akoestische
.
en
toetsen en bepaal de duur van de akoestische signalering.
VERSA
en druk op
ILTER
en druk
ILTER
– optie uitgeschakeld,
.
en druk op
ILTER
en druk op
ILTER
.
.
.
.
.
.
.
– signalering uitgeschakeld,
57
– optie