54
Voor de trildetector (de tweede zone die ingenomen door de AVD-100 detector), voert u een
opeenvolgend 2-cijferig nummer in:
e
1
Cijfer – Gevoeligheid: van 1 tot 8, (1 – minimaal; 8 – maximaal),
e
2
Cijfer – Aantal pulsen: van 0 tot 7.
Bijvoorbeeld, de invoer van de waardes 4-6 betekent dat de gevoeligheid is ingesteld op 4,
en het aantal pulsen op 6 staat.
ASD-100 Detector
Voer een opeenvolgend 3-cijferig nummer in corresponderend met de geselecteerde
parameters, zoals getoond in Tabel 9.
1ste cijfer
cijfer
hitte sensor
0
uitgeschakeld
1
A1
2
A2
3
B
Bijvoorbeeld, de invoer van 0-2-4 betekent dat de hitte sensor is uitgeschakeld, de
akoestische signalering type 2 is geselecteerd, en de signalering bij van de zoemer/LED's
9 minuten duurt.
ARD-100 detector
Voer een cijfer in met een bereik van 1 tot 16 om de gevoeligheid te selecteren
(1 – minimaal; 16 – maximaal).
ASP-105 Sirene
Programmeren van de akoestische signalering parameters (de eerste zone aan welk de
sirene is toegekend), bijv. Voer een opeenvolgend tweecijferige nummer in, volgens
Tabel 10.
cijfer
1
2
3
4
Bijvoorbeeld, de invoer van de waardes 2-3 betekent dat akoestische signalering type 2 is
geselecteerd en dat de duur 6 minuten is.
ASP-205 Sirene
Configureren van de parameters van signalering aangestuurd door de uitgangen aan welk de
sirene is toegekend. Iedere uitgang kan een individueel type signalering aansturen, dus dient
u twee parameters voor twee signalering types te programmeren, voer in ieder geval een
opeenvolgend 3-cijferig nummer in volgens Tabel 11.
Programmeer Handleiding
2e cijfer
cijfer
akoestische signalering
0
1
Geluid type 1
2
Geluid type 2
3
Geluid type 3
Tabel 9.
1ste cijfer
akoestische signalering
Geluid type 1
Geluid type 2
Geluid type 3
Geluid type 4
Tabel 10.
cijfer
Geen
2e cijfer
cijfer
signalering tijd
1
2
3
4
3e cijfer
signalering tijd
1
1 minuut
2
3 minuten
3
6 minuten
4
9 minuten
1 minuut
3 minuten
6 minuten
9 minuten
SATEL