SATEL
met oudere firmware, voer een cijfer in van 1 tot 3, welke correspondeert aan de
geselecteerde gevoeligheid (zie: Tabel 8).
APMD-150 Detector
Voer een opeenvolgend 3-cijferig nummer in :
e
1
Cijfer – Gevoeligheid van de PIR sensor: van 1 tot 4, (1 – minimaal; 4 – maximaal),
e
2
Cijfer – Gevoeligheid van Radar sensor: van 1 tot 8, (1 – minimaal; 8 – maximaal),
e
3
Cijfer – Type van werking in de test mode: 0 (signalering activering nadat beweging is
waargenomen door beide sensoren), 1 (signalering activering nadat beweging is
waargenomen door de PIR sensor) of 2 (signalering activering nadat beweging is
waargenomen door de Radar sensor).
Bijvoorbeeld, de invoer van de waardes 4-4-0 betekent dat de PIR sensor gevoeligheid is
ingesteld op 4, de Radar sensor gevoeligheid ook op 4, en in de test mode zal de detector
activeringen signaleren (de LED licht op) nadat beweging is waargenomen door beide
sensoren.
AMD-100 en AMD-101 Magneetcontacten
Voor detectoren met elektronica versie 3.5 D of nieuwer, voer een cijfer 0 in voor (de lagere
reed schakelaar) of 1 (de zijkant reed schakelaar) om zo te selecteren welk van de twee reed
schakelaars actief dient te zijn. Voor detectoren met een oudere elektronica versie kunnen
geen additionele parameters worden geprogrammeerd (de actieve reed schakelaar wordt
geselecteerd bij gebruik van jumpers).
AMD-102 Magneetcontact
Voor het Magneetcontact (De eerste zone ingenomen door het AMD-102 magneetcontact),
voer het cijfer 0 in (het reed-contact aan de korte zijde) of 1 (Het reed-contact aan de lange
zijde) om te selecteren welk van de twee reed-contacten gebruikt dient te worden.
Voor de roller shutter zone (De tweede zone ingenomen door het AMD-102 magneetcontact),
voer 2 cijfers in welke corresponderen met de geselecteerde parameters:
e
1
Cijfer – Aantal Pulsen: van 1 tot 8;
e
2
Cijfer – Puls geldigheidsduur: 0 (30 s), 1 (120 s), 2 (240 s) of 3 (Continue).
Bijvoorbeeld, het invoeren van de waarde 4-2 betekent dat de zone zal worden geactiveerd
als deze 4 pulsen heeft geregistreerd, 240 seconden is de maximale tijd tussen de eerste en
laatste puls.
AGD-100 Detector
Voer een cijfer van 1 tot 3 in welke correspondeert met de geselecteerde gevoeligheid voor
het hoogfrequente kanaal (zie: Tabel 8).
AVD-100 Detector
Voor het magneetcontact (de eerste zone ingenomen door de AVD-100 detector), voer het
cijfer 0 in (het reed-contact aan de korte zijde) of 1 (Het reed-contact aan de lange zijde) om
te selecteren welk van de twee reed-contacten gebruikt dient te worden.
VERSA
Detector
Cijfer
gevoeligheid
1
Laag
2
Middel
3
Hoog
Tabel 8.
53