Nummering Van Uitgangen In Het Systeem; Bedrade Uitgangen; Draadloze Uitgangen; Uitgang Functies - Satel VERSA Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VERSA:
- Installatiehandleiding (35 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (20 pagina's) ,
- Handleiding (13 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
38
4. Aansturen zones [eigenlijk, wordt de blok IN mode geselecteerd voor de uitgangen met
functies 18. IN
functie 19. S
TORING STATUS
5. Uitgang opties.
6. Uitgang naam [alleen bij LCD bediendeel].
6.1
Nummering van uitgangen in het systeem
Het alarmsysteem ondersteunt uitgangen met de nummers van 1 tot 12. De nummers van
bedrade en draadloze uitgangen kunnen samenvallen. Het alarmsysteem ondersteunt deze
dan gelijktijdig.
6.1.1 Bedrade uitgangen
De bedrade uitgangen zijn automatisch toegekende nummers:
• De uitgangen op het alarmsysteem hoofdprint hebben de nummers van 1 tot 4;
• De uitgangen op uitbreidingen hebben de nummers van 5 tot 12.
6.1.2 Draadloze uitgangen
De draadloze uitgangen kunnen worden toegekend als nummers van 1 tot 30. De nummers
worden toegekend gedurende de procedure van toevoegen draadloze apparaten (het
uitgangsnummer is dezelfde als het nummer van de geselecteerde zone). U dient in
gedachten te houden dat het alarmsysteem niet de uitgangen met de nummers van 13 tot 30
ondersteund.
6.2
Uitgang functies
N
0.
IET GEBRUIKT
1. E
XTERNE SIRENE
2. I
S
NTERNE
IRENE
waarschuwing alarmen.
Opmerking: De manier van signaleren van sabotage alarmen door de uitgangen met
functies 1. E
opties S
SIRENES
3. I
– Signaleert de alarmen van zones met de zone functie van 0 t/m 7.
NBRAAK ALARM
4. B
– Signaleert de brand alarmen van bediendelen en van zones met type
RAND ALARM
10. 24
B
.
U
RAND
5. "OVERVAL"
ALARM
inschakelen/uitschakelen of alarm herstel.
6. P
– Signaleert de paniek alarmen van bediendeel en van zones met type
ANIEK ALARM
7. 24
.
U PANIEK
7. M
EDISCH ALARM
bediendeel en van zones met type 9. 24
8. A
–
LARM
NIET GEVERIFIEERD
9. A
-
LARM
GEVERIFIEERD
10. S
ABOTAGE ALARM
11. B
RAND DETECTOREN VOEDING
detectoren met automatisch verificatie alarm. Na activering van de brand zone zal de
Programmeer Handleiding
en 20. A
STATUS
LARM
(zie: Sectie U
( Flitser) – Signaleert de inbraak, paniek en sabotage alarmen.
(Sirene) – Signaleert de inbraak, paniek en sabotage alarmen, als ook de
XTERNE SIRENE
ABOTAGE ALARM ALTIJD HOORBAAR
.
– Signaleert dat de code met O
– Signaleert medische assistentie oproep alarmen aangestuurd door het
– Signaleert de niet geverifieerde alarmen.
– Signaleert de geverifieerde alarmen.
– Signaleert de sabotage alarmen.
– De specifieke uitgang voor het voeden van de brand
/IN
, en de storingen voor de uitgang met
STATUS
ITGANG PARAMETERS
en 2. I
NTERNE SIRENE
en S
.
U MEDISCH
)].
hangt af van de algemene
ABOTAGE ALARM OP INTERNE
was gebruikt bij het
VERVAL
SATEL
Advertenties
Inhoudsopgave
