SATEL
55 – 155 Folie breuk storing
56 – 156 Dag storing
57 – 157 Laag gasfles niveau
58 – 158 Hoge temperatuur
59 – 159 Lage temperatuur
61 – 161 Verlies van lucht ventilatie
62 – 162 Carbon monoxide (CO) gedetecteerd
63 – 163 Tank niveau storing
Invoeren van een andere waarde betekent dat een zone activering de storing signalering
aanstuurt, maar worden er geen alarm gebeurtenissen van de zone weggeschreven in het
gebeurtenis geheugen.
Zone Type – Type detector en de methode van aansluiting (zone configuratie):
Niet Gebruikt – Geen detector aangesloten op de zone;
NC – De zone ondersteunt een detector van NC (normaal gesloten) type;
NO – De zone ondersteunt een detector NO (normaal open) type;
EOL – De zone ondersteunt een NO of NC detector in EOL configuratie;
2EOL/NO – De zone ondersteunt een NO detector in 2EOL configuratie;
2EOL/NC – De zone ondersteunt een NC detector in 2EOL configuratie;
Roller – De zone ondersteunt een roller shutter detector;
Tril – De zone ondersteunt een tril detector.
Opmerking: In geval van de T
onafhankelijk van het geprogrammeerde aantal pulsen en gevoeligheid (zie
beneden) worden gezien als een activering. Deze oplossing maakt het mogelijk
een magneetcontact aan te sluiten in series met de tril detector.
Gevoeligheid – Afhankelijk van de geselecteerde zone configuratie:
– NO, NC, EOL en 2EOL – De tijd gedurende welk de zone moet zijn geactiveerd, zodat
dit kan worden opgemerkt door het alarmsysteem. De gevoeligheid wordt
geprogrammeerd in milliseconden. Waardes van 20 ms. tot 5100 ms. bereik kunnen
worden ingevoerd.
– Tril (detectie) – De puls waarvan de duur gelijk is of langer dan de gedefinieerde tijd
veroorzaakt een activering van de zone. Waarden tussen de 3 ms. tot 96 ms. bereik
kunne worden geprogrammeerd (iedere 3 ms.).
Puls geldigheid – De tijd geteld van de plaatsgevonden puls en gedurende welk deze plaats
dient te vinden (hun aantal zoals gedefinieerd als de P
geactiveerd. De volgende waarden kunnen worden geprogrammeerd: 30 s, 120 s, 240 s
en 0. Indien geen verdere pulsen plaatsvinden binnen de gedefinieerde tijdsperiode, wordt
de puls teller hersteld (reset). De puls teller wordt automatisch hersteld bij het
inschakelen/uitschakelen. Indien de waarde 0 is geprogrammeerd, zal de teller alleen
worden hersteld bij inschakelen/uitschakelen. Deze parameter is geprogrammeerd voor de
R
configuratie.
OLLER
Puls teller – Het aantal pulsen waarna de zone wordt geactiveerd. Deze parameter wordt
geprogrammeerd voor de R
mogelijk de waardes te programmeren van 0 tot 7 (voor de waarde 0, worden de pulsen
niet geteld, de G
R
configuratie, kunt u ook de waarden van 1 tot 8 programmeren.
OLLER
Opmerking: In het D
R
OLLER E
configuratie, zal het openen van het circuit voor 200 ms –
RIL
OLLER E
parameter wordt dan slechts in acht genomen). Voor de
EVOELIGHEID
X programma, worden alle benodigde parameters voor zones in
LOAD
n T
configuratie geprogrammeerd in het „Gevoeligheid" veld.
RIL
VERSA
n T
configuratie. Voor de T
RIL
) opdat de zone wordt
ULS TELLER
configuratie, is het
RIL
33