End Of Line Weerstanden; Zone Parameters - Satel VERSA Handleiding
Verberg thumbnails
Zie ook voor VERSA:
- Installatiehandleiding (35 pagina's) ,
- Gebruikershandleiding (20 pagina's) ,
- Handleiding (13 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
SATEL
Wanneer het draadloze zone nummer samenvalt met die van een bedrade zone, kunt u
bepalen welke van de zones ondersteund gaat worden. In het bediendeel word de
D
RAADLOZE
ZONE
3. Drdloze Mod 4. D
kan dit worden gedaan in het "Versa – Structuur" venster, "Systeem" tabblad, tijdens
programmeren van de geselecteerde zone.
5.2
End of Line weerstanden
Voor de zones op de hoofdprint en in de zone uitbreidingen geïdentificeerd door het
alarmsysteem als CA-64 Ei en CA-64 EPSi, is de waarde van de weerstanden gebruikt in de
EOL en 2EOL bedrade configuraties programmeerbaar binnen het bereik van 500 Ω tot
15 kΩ.
In het D
X programma dient de weerstandswaarde te worden ingevoerd in het "Versa –
LOAD
Structuur" venster, "Hardware" tabblad na indicatie van de hoofdprint of geselecteerde zone
uitbreiding uit de lijst.
In het bediendeel kan de weerstandswaarde als volgt worden geprogrammeerd:
– Voor de hoofdprint – Bij gebruik van de EOL 1
functie (S
ERVICE
– Voor de zone uitbreiding – Gedurende configuratie van de uitbreiding bij gebruik van de
I
functie (S
NSTELLING
Opmerking:
• De som van de waardes geprogrammeerd voor de weerstanden R1 en R2 mag niet lager
Ω
zijn dan 500
of hoger dan 15 k
• In geval van de zone uitbreiding is het mogelijk een waarde 0 als weerstandswaarde voor
de R2 te programmeren. De 2EOL bedrade configuratie vereist dat twee weerstanden
worden gebruikt, ieder van hen hebben een weerstand gelijk aan de helft van de waarde
bepaald voor weerstand R1.
• In de EOL bedrade configuratie, is de weerstand waarde gelijk aan de som van de
waardes geprogrammeerd voor de weerstanden R1 en R2.
5.3
Zone parameters
Zone naam – Individuele naam voor de zone (tot 16 karakters).
Blok 1 / Blok 2 – Blok aan welk de zone is toegekend. De zone moet worden toegekend aan
tenminste een blok voor het controleren van zijn status.
Ingangsvertraging – De tijd geteld vanaf het moment van activering van een zone met het
reactie type 0. IN/UIT of 1. IN/UIT
alarm afgaat. Deze wordt geprogrammeerd in seconden en kan tot 255 seconden gaan.
Indien de waarde 0 is geprogrammeerd, zal de I
dat blok in acht worden genomen. Indien de waarde 0 is geprogrammeerd voor zowel de
zone en het blok, zal de zone zich gedragen als een directe.
Vertragingstijd – De tijd geteld vanaf het moment van activering van de zone met het
reactie type 2 Volgzone, indien deze zich gedraagt als een vertraagde zone. De tijd wordt
geprogrammeerd in seconden en kan tot 255 seconden zijn. Indien de waarde 0 is
geprogrammeerd, zal de I
behandeld als een V
de zone en het blok, zal de zone zich gedragen als een directe zone.
Vertraging activeringstijd – De tijd geteld vanaf het moment van activering van een zone
met reactie type 18. I
service functie (S
RAADLOZE ZONES
2. H
M
ODE
ARDWARE
M
ERVICE
ODE
Ω
.
LAATSTE
NGANGSVERTRAGING
ERTRAGINGSTIJD
NGANG ROUTE INGESCHAKELD
VERSA
2. H
M
ERVICE
ODE
) gebruikt voor dit doel. In het D
WEERSTAND
5. EOL 1
WEERSTND
2. H
1. B
ARDWARE
, wat uitschakelen mogelijk maakt voordat het
NGANGSVERTRAGING
geprogrammeerd voor het blok worden
. Indien de waarde 0 is geprogrammeerd voor zowel
. Gedurende het aftellen van deze tijd,
1. B
ARDWARE
DL
X programma
LOAD
en EOL 2
. / 6. EOL 2
WEERSTND
. 2. I
&
DL
UITBR
NSTELLINGEN
geprogrammeerd voor
31
&
.
UITBR
WEERSTAND
).
).
Advertenties
Inhoudsopgave
