Inhoudsopgave
Advertenties
De WZ-400 nevenindicator wordt gebruikt om de geselecteerde gebeurtenissen in de
brandmeldcentrale aan te geven door middel van leds. De gebeurtenissen kunnen betrekking
hebben op:
• een enkele detector / een enkele zijlijnmodule:
– alarm geactiveerd door detector / module,
– defecte detector / module,
– uitgeschakelde detector/module.
• zones:
– alarm in zone,
– defect apparaat in zone,
– uitgeschakeld apparaat in zone.
• groepen:
– activering van groep van sirenes,
– defect apparaat in groep,
– uitgeschakeld apparaat in groep.
Indicatie van activering, uitschakeling en storing van de sirene wordt niet gedekt door
de National Technical Assessment en/of Certificate of Constancy of Performance.
Het is ontworpen om te werken in de detectielijn van de adresseerbare brandmeldcentrale
ACSP-402.
1. Eigenschappen
• Optische signalering door leds.
• Signalering geregeld door de brandmeldcentrale:
– mogelijkheid om de indicator te koppelen aan één detector, een enkele zijlijnmodule,
zone of groep,
– selectie van gebeurtenissen die moeten worden aangegeven.
• Dubbelzijdige kortsluit isolator.
• Voeding van de detectielijn.
2. Installatie
Koppel altijd de voeding los voordat u enige elektrische aansluitingen maakt.
De nevenindicator is ontworpen voor installatie binnen en in ruimtes met een normale
luchtvochtigheid. Selecteer de plaats van installatie zodat de signalering van de externe
indicator zichtbaar is. Zorg ervoor dat de indicator niet wordt afgedekt of verlicht door zonlicht
of kunstlicht, omdat dit de optische signalering onzichtbaar kan maken. De indicator moet
dezelfde aanduiding hebben als de detector waaraan de indicator is gekoppeld, d.w.z. het
nummer van de detectielijn/detectiezone en het nummer van de brandmelddetector(en).
Als de indicator is gekoppeld aan een detector die is geïnstalleerd in gesloten ruimten, in
plafondholtes en in kruipruimten, moet de indicator binnen een straal van 1 m van de
detector
worden
CNBOP-PIB-KOT-2022/0367-1002, eerste editie).
1. Open de behuizing (afb. 1).
2. Plaats de behuizing op de muur en teken de locaties voor de gaten af (afb. 2).
3. Boor gaten in de muur voor de pluggen.
geïnstalleerd
(volgens
het
National
Technical
Assessment
No.
Advertenties
Inhoudsopgave
