SATEL
1. Open de deksel van de detector (Afb. 3). Het gereedschap om de behuizing openen,
welke in de tekening wordt getoond, wordt bij de detector meegeleverd.
2. Plaats de batterij en voeg de detector toe aan het draadloos systeem (zie de ABAX 2
controller handleiding). De sticker met het serienummer, welke ingevoerd dient te worden
bij de registratie, kan gevonden worden op de print.
In het VERSA alarmsysteem kunt u de ACD-220 Detectoren alleen toevoegen en
configureren met behulp van het DLOADX programma.
3. Plaats de detector deksel terug.
4. Plaats de detector bij de gewenste installatie locatie.
5. Controleer het signaalniveau tussen de detector en de ABAX 2 controller. Indien het
signaalniveau lager is dan 40%, selecteer dan een andere installatie locatie Soms is het
verplaatsen van het apparaat met 10 cm tot 20 cm voldoende.
U kunt de ARF-200-tester gebruiken om de sterkte van het radiosignaal op de
toekomstige montageplaats te testen zonder dat de detector daar fysiek aanwezig is.
6. Verwijder de deksel van de detector (Afb. 3).
7. Gebruik schroeven (en evt. pluggen) om de basis van de behuizing op het oppervlak te
bevestigen (Fig. 4). De meegeleverde muurpluggen zijn bedoeld voor beton, baksteen,
enz. Gebruik voor andere soorten oppervlakken (gipsplaat, holle wanden) de juiste
muurpluggen.
8. Plaats de detector deksel terug.
9. Configureer de detector instellingen (gevoeligheid van de IR detector enz. – zie de ABAX
2 controller handleiding.
10. Schakel de test mode in (zie de ABAX 2 controller handleiding).
11. Controleer of bij beweging binnen het detectiegebied van de detector ervoor zorgt dat de
led gaat branden. Afb. 5 toont het maximale detectiebereik.
12. Verlaat de test mode.
ACD-220
5