1. Gebruik wasverzachter tijdens de
wasfase.
2. Gebruik speciale wasverzachter voor
droogautomaten.
15. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
15.1 Buitenkant reinigen
Het apparaat alleen schoonmaken met
milde zeep en warm water. Maak alle
oppervlakken volledig droog.
LET OP!
Gebruik geen alcohol,
oplosmiddelen of chemische
producten.
LET OP!
Reinig de metalen
oppervlakken niet met een
reinigingsmiddel op
chloorbasis.
15.2 Ontkalken
Als de waterhardheid in uw
gebied hoog of gemiddeld
is, raden we u het gebruik
van waterontharder voor
wasautomaten aan.
Controleer de trommel regelmatig op
kalkaanslag.
De normale wasmiddelen bevatten al
wateronthardende middelen, maar we
raden aan af en toe een cyclus te draaien
met een lege trommel en een
ontkalkingsproduct.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
15.3 Onderhoudswas
Bij herhaaldelijke en voortdurend
gebruik van programma´s bij lage
temperaturen kunnen er
wasmiddelresten en pluizen achterblijven
en kan er bacteriëngroei in de trommel
Na afloop van het droogprogramma
dient u het wasgoed meteen uit de
trommel te halen.
en de kuip ontstaan. Dit kan slechte
geurtjes en meeldauw veroorzaken.
Draai om deze resten te verwijderen en
de binnenkant van het apparaat
hygiënisch te reinigen regelmatig een
onderhoudswasbeurt (minstens eenmaal
per maand):
1. Haal al het wasgoed uit de trommel.
2. Draai een katoenprogramma op de
hoogste temperatuur met een
geringe hoeveelheid waspoeder.
15.4 Deurrubber
Controleer het deurrubber regelmatig en
verwijder voorwerpen uit de binnenkant.
15.5 De trommel reinigen
Controleer de trommel regelmatig om
roestvorming te voorkomen.
Voor een complete reiniging:
1. Reinig de trommel met speciale
producten voor roestvrij staal.
Volg altijd de instructies die
u vindt op de verpakking van
het product.
2. Draai een kort katoenprogramma op
een hoge temperatuur met een lege
trommel en een kleine hoeveelheid
waspoeder om achtergebleven
resten weg te spoelen.
NEDERLANDS
35