SATEL
AVD-200:
– na het verwijderen van de magneet (openen raam of deur),
– na een zware klap tegen de oppervlakte die door de trildetector beveiligd wordt.
Het bereik van de trildetector is afhankelijk van het type oppervlak waarop de detector
geïnstalleerd is. Het gespecificeerde detectiebereik (tot 3 m) moet als een geschatte
waarde worden beschouwd. Het werkelijke bereik moet experimenteel worden
bepaald nadat de detector op het oppervlak bevestigd is.
ARD-200 – na het wijzigen van de detector positie.
AFD-200 – na onderdompeling van de watersensor in water.
ATX-220:
– na activering van een detector die op de M1 / M2 ingang aangesloten is.
ATX-230:
– na activering van een detector die op de M1 ingang aangesloten is,
– na het omhoog / omlaag doen van het rolluik, welke door de rolluik detector
gecontroleerd wordt.
15. Voor de waterdetector, bevestig de FPX-1 watersensor zoals getoond in Afb. 8, wanneer
de test voltooid is.
3.1 Apparaat type selecteren
Als u het apparaat type wilt selecteren voordat u het aan het systeem toevoegt, volgt u de
onderstaande stappen. U kunt het apparaat type ook selecteren terwijl u het aan het systeem
toevoegt in DLOADX / ABAX 2 Soft (zie: ABAX 2 controller handleiding).
1. Binnen 10 seconden na het plaatsen van de batterij, klop 3 keer op de behuizing. De led
knippert om zo het geselecteerde apparaat type aan te geven – zie Tabel 2.
AXD-200
11