5. Werken met booraccessoires
5.1 Kernboren
Kernboren snijden alleen materiaal aan de rand van het gat, in plaats van het hele gat om te zetten
in spaanders. Hierdoor is de energie die nodig is om een gat te maken lager dan voor een
spiraalboor. Bij het boren met een kernboor is het niet nodig om een proefgat te boren.
WAARSCHUWING: Raak de kernboor of de onderdelen in de buurt van de kernboor niet
onmiddellijk na gebruik aan, omdat deze extreem heet kunnen zijn en brandwonden aan de
huid kunnen veroorzaken. Zorg ervoor dat niemand zich in het werkgebied bevindt waar de
metalen kern wordt uitgeworpen.
Boorcondities
Het gemak waarmee materiaal kan worden geboord, is afhankelijk van verschillende factoren,
waaronder treksterkte en slijtvastheid. Hoewel hardheid en/of sterkte het gebruikelijke criterium is,
kunnen er grote verschillen in bewerkbaarheid bestaan tussen materiaal met vergelijkbare fysische
eigenschappen.
De boorcondities zijn afhankelijk van de vereisten voor de standtijd en de oppervlakteafwerking.
Deze omstandigheden worden verder beperkt door de stijfheid van het gereedschap en het
werkstuk, de smering en het beschikbare machinevermogen. Hoe harder het materiaal, hoe lager
de snelheid.
Sommige materialen met een lage hardheid bevatten schurende stoffen die leiden tot snelle
boorslijtage bij hoge snelheden. De snelheden worden bepaald door de stijfheid, het volume van
het te verwijderen materiaal, de afwerking van het oppervlak en het beschikbaar
machinevermogen.
Een gat boren
Nu je de bovenstaande informatie en veiligheidsaanbevelingen hebt gelezen, ben je klaar om
daadwerkelijk te beginnen met boren. Volg deze 12 stappen voor het beste boorresultaat:
1.
Installeer de kernboor:
‐ Plaats de centreerpen in de kernboor;
[Afbeelding 5‐1]
‐
Zorg ervoor dat de boorhouder voldoende uit de machine steekt om de borgring
gemakkelijk vast te kunnen pakken;
‐
Zoek de witte stip op de borgring van de boorhouder. Draai indien nodig de as met de hand
met de klok mee totdat de witte stip zichtbaar is. De witte stip geeft de locatie aan voor de
plaatsing van een Weldon vlak op een kernboor;
22