4.7
Opties
Overzicht
Elke toepassing biedt verschillende opties. Uw toestel beschikt over de volgende
«opties»:
Instellen voor later (zie pagina 20)
Opties selecteren en starten
▸ Een toepassing in de gewenste toepassingsgroep op het display selecteren en indien
nodig met «OK» bevestigen (zie pagina 15).
– Op het display verschijnt de weergave van de startgereedheid.
▸
aantippen.
– Op het display verschijnt het menu met opties:
Instellen voor later
▸ Gewenste optie aantippen.
▸ In het rechter bereik van het display de optie met de schakelaar inschakelen of het
waardebereik aantippen en de gewenste waarde met de CircleSlider instellen.
– Elke gedefinieerde optie wordt voorzien van een
▸ De instelling met «OK» bevestigen.
– Er kunnen ook meerdere instellingen met «OK» worden bevestigd.
– Op het display verschijnt de weergave van de startgereedheid.
▸ Op «Start» drukken om de toepassing te starten.
4.8
Instellingen controleren en wijzigen
Waarden en instellingen kunnen vóór en tijdens bedrijf worden gewijzigd. Een uitzonde-
ring is het instellen van het einde
▸ Veld van de gewenste instelling aantippen.
▸ Om de waarde aan te passen of terug te zetten het waardebereik aantippen en de
waarde met de CircleSlider aanpassen.
– De kleur van het waardebereik verandert in amber.
▸ De schakelaar aantippen om een optie in of uit te schakelen.
▸ De instelling met «OK» bevestigen.
OK
tijdens bedrijf (zie pagina 25).
Instellen voor later
Aan
Het toestel op een latere start
van het bedrijf instellen. Het
toestel bewaart de door u
ingevoerde waarden en schakelt
niet om naar de standby-modus.
.
4 Bediening
19