5 Belading
4.4
EcoManagement
EcoManagement
Alleen actief als de persoonlijke instelling «EcoManagement» ingeschakeld is (zie pagi-
na 42).
EcoManagement stelt informatie over het energieverbruik
apparaat ter beschikking en bevordert een duurzaam gebruik van energie. Zolang geen
programma loopt, kan de volgende verbruiksinformatie worden opgevraagd:
▪ Energie- en waterverbruik van het laatste programma
▪ Gemiddeld energie- en waterverbruik van de laatste 25 programma's
▪ Totale energie- en waterverbruik
Tijdens de programmakeuze wordt aangegeven, hoeveel energie en water het desbe-
treffende programma gaat verbruiken Na voltooiing van het programma wordt het ener-
gie- en waterverbruik van het laatste programma weergegeven.
De waarden kunnen afhankelijk van het programma, de belading, extra functies en per-
soonlijke instellingen variëren.
5
Belading
5.1
Apparaat voorbereiden
Een toestel met warmtepomp moet na een verandering van plaats ca. 2 uur in de
gebruikspositie blijven staan voordat het bedrijfsklaar is.
▸ Verwijder grove en harde etensresten evenals vreemde voorwerpen (bijv. tandensto-
kers) van het vaatwerk.
▸ Korven laden. Controleer na het inladen of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
5.2
Tips voor het laden van de onderste korf
Schade aan het apparaat door te zware belading!
Overschrijd het maximale laadgewicht van de onderste korf van 21 kg niet.
Inklapbaar rek verstellen voor meer oppervlak
Om een groter oppervlak te creëren, kunnen de rekjes worden neergeklapt.
▸ Trek de vergrendelingsgreep 1 naar bo-
ven.
▸ Klap het rek neer.
20
en waterverbruik
1
van het