REMKO EST
Inbedrijfstelling
Met de bediening en bewaking van
de apparaten moeten personen
belast worden, die voldoende op
de hoogte gesteld zijn van de juiste
hantering van het apparaat.
De met de bediening van
de apparaten belaste personen
moeten de apparaten voor
aanvang van het werk op zichtbare
gebreken aan de bedienings-
en veiligheidsinrichtingen evenals op
de aanwezigheid en werking van de
beveiligingsinrichtingen controleren.
Worden er gebreken vastgesteld,
dan moet de persoon die toezicht
houdt op de hoogte worden gesteld.
1. Het apparaat stabiel opstellen
resp. de veilige bevestiging aan
de wand controleren.
2. De netspanning controleren.
230V/1~/50 Hz.
3. De stekker van het apparaat op
een deugdelijk gemonteerd en
beveiligd stopcontact aansluiten.
Een zekering van 16 A (traag).
LET OP
Verlengingen van de aansluitkabel
mogen alleen worden uitgevoerd
door geautoriseerd elektrotechnisch
vakpersoneel, waarbij gelet moet
worden op het vermogen van het
apparaat en de kabellengte en waarbij
rekening moet worden gehouden met
het gebruik ter plaatse.
6
Buiten bedrijf stellen
1. De stekker uit het stopcontact
trekken.
Let op, de apparaten zijn heet!
Voordat de apparaten aangeraakt
worden, ze absoluut voldoende
af laten koelen.
OPMERKING
De elektrische aansluiting
van de apparaten moet
op een aansluitpunt met
aardlekschakelaar volgens
VDE 0100, deel 55 geschieden.
LET OP
Alle kabelverlengingen mogen
alleen in uit- resp. afgerolde
toestand worden gebruikt.
Verhelpen van storingen
LET OP
Voor alle werkzaamheden
aan de apparaten
moet de netstekker uit
de contactdoos zijn verwijderd.
Indien het apparaat niet mocht
verwarmen, de volgende
stappen uitvoeren, om de fout
te lokaliseren.
1. De netzekeringen ter plaatse
controleren.
2. De stekker controleren.
3. De netkabel op beschadigingen
controleren.
4. De werking van
de verwarmingsweerstand
controleren.
Het vervangen van
de verwarmingsweerstand is
alleen in een werkplaats mogelijk.
Als alle functiecontroles zonder
resultaat worden uitgevoerd, dient
u contact op te nemen met een
servicestation.
OPMERKING
Reparatiewerkzaamheden
mogen alleen door
geautoriseerd vakpersoneel
worden uitgevoerd.
LET OP
Na alle werkzaamheden aan
de apparaten moet een elektrische
veiligheidscontrole volgens
VDE 0701 worden uitgevoerd.